woensdag 27 november 2019

Siebe Roesems deed een 
Van Aertje avant la lettre

Siebe nam afscheid van het wielrennen als tiener met een knappe tiende plaats in de Chrono des Nations (Fr.), die hem eerst niet onverdeeld tevreden stemde maar die verhoudingsgewijs beter was dan zijn negende plaats in Montenaken, zijn zesde in de Memorial Igor Decraene en zijn 21ste in het kampioenschap van België (+1’47” van de vijftien maanden jongere Lars Van Ryckeghem). In de tijdritten in eigen land kreeg men de beste Siebe nog niet te zien, wat  wel al meer het geval was in de Vendée, waar hij kon terugvallen op de faciliteiten van Corendon-Circus, wat toch op enige prille affiniteit wijst.

Voor de zoon van Bert volstond het om door  EFC-L&R Vulsteke dierbaar in de armen te worden gesloten.
“Ik werd niet aangeworven als de zoon van mijn vader”, beklemtoont Siebe. “maar door Nico Mattan bij Wim Feys aanbevolen.”
Siebe nam al begin november de trainingsdraad terug op. Langdurig  stilzitten is niet aan hem besteed want rust roest. Hij trok zoveel liever op mountainbiketocht met Remco Evenepoel (met wie hij in 2018 koerste maar die hij enkel zag bij de start). Het genereerde nuttige fun, al hechtte hij in die periode evenzeer belang aan stabilisatieoefeningen. Kennismaken met de nieuwe uitvalsbasis en de kledij passen zwengelde het zalige gevoel nog wat verder aan. Nu volgen binnenlandse groepstrainingen in de aanloop naar de ploegstage in februari in Mojacar in de plaats van Calpé.
Het lijkt allemaal evident voor wie zijn nare voorgeschiedenis niet kent van 14 mei 2016. Siebe fietste die dag met papa Bert naar een koers om een kennis aan te moedigen. In Bellingen, op een smal pad met een verhoogde berm, doemde plots een tractor op. Vader Bert kon hem ontwijken, Siebe helaas niet. Diens linkerbeen zat klem onder het voorwiel van de tractor. De boer moest achteruitrijden om het been vrij te maken. De knieschijf was verwrongen, het onderbeen stak eruit en het ­bovenbeen was gebroken. Die breuken waren evenwel niet de hoogste bekommernis, wel het opengereten been waarvan de dokters vreesden dat de open wonde zou infecteren. Amputatie zou in dat geval de enige uitkomst bieden en het einde betekenen van Siebe’s koersdromen. Dat doemscenario bleef gelukkig uit en tien weken later kon Siebe vanaf nul aan een langdurige revalidatie beginnen: leren staan, omzichtig de knie plooien, voorzichtig stappen, behoedzaam lopen en zijn toevlucht vinden op de hometrainer. Kortom: een Van Aertje avant la lettre die de liefde voor de koers extra opvoerde. 
Vanaf mei 2018 was hij aan een schuchter heroptreden toe met vooral een vijfde plaats in Walhain, een negende in de Memorial Igor Decraene en een veertiende in de Chrono des Nations. Die stelden hem in staat om met enige gemoedsrust aan het winterreces 2018-2019 kon beginnen. De echte ommekeer voltrok zich vanaf eind april 2019 met een achttiende plaats in Vresse-sur-Semois, een zesde in de interclub van Berg-Kampenhout maar bovenal een zege in Denderwindeke (waar papa Bert ook ooit won) op bijna honderd concurrenten onder wie Quinten Vandermeer. Die triomf ontlokte, bij het overschrijden van de finish, de schreeuw van de leeuw drie jaar en drie maanden na de horror die hij zijn ergste vijand niet zou toewensen. Het mirakel was helemaal voltrokken. Dikke maand later won Siebe ook in Sint-Antelinks-Herzele, op identiek geaccidenteerd terrein, maar die zege had niet het impact van de primeur in het land van wijlen Remike Van Vreckom. Bovenal was er zijn slotakkoord in de Chrono des Nations, een steunpunt waaraan hij zijn toekomst kan ophangen en waarmee hij zich wat verhoudt tot zijn al even gelukkige vader Bert.
“Volgens mijn papa ben ik completer dan hem op die leeftijd: ik ben explosiever en kan beter om met hoogtemeters, mijn negende plaats in de klimtijdrit van en mijn elfde eindplaatsen in de Bugey Valromey Tour (elfde) bevestigen dat. Naderhand werd ik ook dertiende in de Ronde des Vallées. Dat is de stand van zaken op dit moment maar om mijn vader in het geheel naar de kroon te steken heb ik nog een lange weg af te leggen.”
Zeg wel want Bert werd tweemaal kampioen van België tijdrijden (in 1996 bij de eliten zonder en in 2004 bij die met contract), won Brussel-Ingooigem in 2001 en in 2005, de G.P. de Denain 2003, behaalde een dag- en de eindzege in de Niedersachsen Rundfahrt 2004, won de tijdrit in de Ronde van België 2002 en 2004, de Chrono des Nations 2004 en Nokere Koerse 2006.

1 opmerking: