Het komt hélemààl
goed met Cériel Desal
Voor Cériel Desal werd 2019 een quasi nul jaar. Na Gullegem Koers (waarin hij 38. werd) bleef hij spoorloos in de uitslagen. Een podiumplaats in het kampioenschap van West-Vlaanderen was zowat het enige lichtpunt. De linkerknie speelde reeds in 2018 wat op maar toen kon hij nog aardig wat meubelen redden, in 2019 niet. Na Paris-Roubaix was de pijn niet langer te harden. Hij stond nochtans op scherp (- 7 kilo!) om zijn lente recht te zetten maar een stage in de Ardennen moest hij al na de eerste dag met helse pijnen verlaten en van dan af wist hij dat 2019 een maat voor niets zou worden.
Het keerpunt ten goede is vijf maanden later bereikt. Op 16 oktober liet Cériel zich door dokter Toon Claes opereren en alles zou weer oké zijn, al moet het beproefde gewricht eerst nog zes weken volstrekte rust in acht nemen. Begin december mag Cériel de draad terug opnemen.
“Ik begin met een onmiskenbare achterstand”, geeft Cériel toe. “Dramatisch hoeft dat niet te zijn, zelfs al heeft dat een uitgesteld seizoenbegin voor gevolg.”
“Deze beproeving heeft mij mentaal sterker gemaakt. Mijn hogere studies (immobiliën & verzekeringen aan het Vives in Kortrijk) zijn de ideale buffer tegen momenten dat het in de koers minder goed gaat, zoals tijdens het voorbije halfjaar. Gelijk heb ik ondervonden hoe graag ik koers en hoe extra gedreven ik dus zal zijn om van deze passie mijn beroep zou maken.”
“2020 zal voor mij geslaagd zijn indien ik van ongemakken en andere tegenslagen gespaard blijf, dan kan ik mij tenminste weren om profwaardigheid af te dwingen.”
Het meest ideale scenario voor 2021 blijft overeind: aan het begin van de zomer een bachelor verworven hebben en enkele maanden later een volle kans als contractrenner. Dat laatste zou Cériel te beurt vallen zestig jaar na zijn opa Benoni Beheyt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten