Mathieu van der Poel,
wonderboy van zijn tijd,
niets minder maar ook niets meer
Velen putten zich uit in superlatieven om de wonderbaarlijkheid van Mathieu te beschrijven. En inderdaad: de kleinzoon van Raymond Poulidor is een exceptioneel talent en een allrounder die het veldrijden, de weg en het mountainbiken feilloos combineert.
Niels Albert gaat nog een stap verder met “zoals Mathieu van der Poel wordt er maar één om de vijftig jaar geboren”.
Een gratuite bewering die nergens op stoelt want waarop baseert hij zich die extrele evaluatie? Goed dat hij het bij vijftig jaar houdt want anders zou hij ook Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck, Patrick Sercu, Rik Van Steenbergen… (om het bij die vier te noemen) overruled hebben.
Mathieu van der Poel profileert zich anders wel als een lekkere ouderwetse coureur die niet op een competitiedag meer of minder kijkt. Na een gelimiteerde aanwezigheid op de weg, gecombineerd met aardig wat moutainbiken, hervatte hij op 3 november in het veld en zal hij vanaf nu nagenoeg alle veldritten rijden die ertoe doen. Dat zal er hem toch niet van weerhouden om een copieuze lente als wegrenner door te maken met de Strade Bianche (7 maart) en aansluitend Tirreno-Adriatico (11-17 maart). en Milano-Sanremo (21 maart). Na een ultrakorte adempauze vervolgt hij in april met Gent-Wevelgem (29 maart), Dwars door Vlaanderen - Waregem (1 april), de Ronde van Vlaanderen (5 april), Paris-Roubaix (12 april) en La Flèche Wallonne (22 april). De Amstel Gold Race (19 april) en Liège-Bastogne-Liège (22 april) staan voorlopig niet op zijn programma, twee koersen die hem nochtans op het lijf geschreven zijn, wat kan wijzen in de richting van een deelname aan de Giro d'Italia (9-31 mei).
Op zijn 25ste (in 2020) wordt het stilaan om aan één van de drie grote ronden deel te nemen. De Tour, die veel te kort aanleunt bij de Olympische Spelen in Tokio (waar het mountainbiken zijn core business wordt) is zo goed als uitgesloten. Misschien wordt het toch de Vuelta in de aanloop naar het wereldkampioenschap van Martigny voor een revanche op Harrogate.
Of er in Mathieu ook een klassementsrenner voor de grote ronden schuilt, zoals zijn opa Raymond Poulidor het zo graag zou hebben? Ik dacht van niet, want allrounder zijn is veel minder belastend dan klassementsrenner, die zich geen enkele misstap kan veroorloven en er dag na dag moet staan. Dat lijkt mij niets voor de briljante momentencoureur Mathieu van der Poel. Té briljant om ook nog regelmatig te zijn dus, al weet je met Mathieu nooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten