zondag 10 november 2019

Vlamingen deden het 
uitstekend in het BK 
mèt Mathieu van der Poel 

De Vlamingen hebben het, met acht vertegewoordigers bij de eerste dertien (en met Eli Iserbyt en Laurens Sweeck op het podium) dus uitstekend gedaan in het kampioenschap van België, waaraan Mathieu van der Poel mocht deelnemen. En op 1 februari 2020 is er in het Zwitserse Dubendord een tweede kampioenschap van België, waaraan Mathieu zijn opwachting mag maken. Helaas (of gelukkig?) mag hij er niet bij zijn op het officiële kampioenschap van België op 12 januari 2020 in Antwerpen want diezelfde namiddag moet hij er (sic) de spanning inhouden het officiële kampioenschap van Nederland in Rucphen.
Na zo’n (sic) zinderende namiddag in het Italiaanse Silvelle (dat er een kleine 300.000 euro voor over had maar die zelfs de italofiel Michel Wuyts noch Paul Herygers nièt in vervoering bracht) klinkt de roep naar ook nog een West-Europees kampioenschap en een kampioenschap van de Lage Landen (sic) almaar luider. Niet mee wachten jongens, maar het ijzer smeden terwijl het (sic) heet is.
En nu serieus: het veldrijden doet verder aan zelfverstikking en genereert week na week een sterker déja vu - gevoel, die vooral het behang tot enig leven wekt. Dat dit niet zal blijven duren spreekt ook al uit het almaar verder afnemende aantal toeschouwers.
De hernieuwde Wereldbeker vanaf 2020-2021 met zijn zestien (!) manches zal geen redding brengen, wel integendeel. Er zal veel meer nodig zijn om deze intrinsiek bloedmooie sport met helaas te weinig goede beoefenaars van niveau uit de regionale sfeer te lichten. Alsof de bezetting nog niet compact genoeg rijdt men ook in ploeg en in de kampioenschappen is er dat verlammend landjesgedoe. Indien Mathieu in Silvelle nog wat minder was geweest als men beweerde dat hij was (op de spaarmodus?) dan had hij het misschien alsnog moeten afleggen tegen de (groot gelijk!) samenspannende Vlamingen. 
Om het veldrijden uit zijn engheid op te lichten zou de UCI beter elk World Tour Team aanmanen om één degelijke veldrijder onder de arm te nemen. Zelfs dan zou nog het jàren duren eer breder uitgesmeerd is. Eén unieke vigerende ranking is ook méér dan wenselijk. Al die verschillende klassementen zorgen voor onoverzichtelijkheid à verwarring. Die ommezwaai zie ik er helaas niet komen, zodat het veldrijden voor ééns én voor àltijd een regionale sport zal blijven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten