In de après-course deed de Nederlander het nòg véél béter
Peter Post en Rik Van Looy
van frère-ennemis gesproken
Peter Post, een Amsterdamse slagerszoon die al op 14 januari 2011 overleed, zou gisteren 86 jaar geworden zijn, de gezegende leeftijd die Rik Van Looy op 20 december bereikt. Peter werd acht dagen eerder dan Rik onder het sterrenbeeld Boogschutter geboren.
Post en Van Looy verdeelden het sportieve testament van de negen jaar oudere Rik Van Steenbergen, die zowel op de baan als op één van de allerbesten was. Peter won op 21 januari 1969, met Gianni Motta als sidekick, in Milano zijn 41. zesdaagse en verbeterde het zegerecord van Rik I.
Peter won uiteindelijk 65 van zijn 155 zesdaagsen. Patrick Sercu (88), Danny Clark (74) en René Pijnen (72) wonnen weliswaar nòg vàker maar hun quotiënt (aantal gewonnen zesdaagsen gedeeld door aantal gereden) is lager dan die van Peter (0,419) tegenover Patrick (0,395), Danny (0,315) en René (0,309). Volgens die berekening is Peter Post dus de primus inter pares.
Rik Van Looy won, net als Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck alle ééndagsklassiekers, de vijf monumenten plus Gent-Wevelgem (Roger niet) en Paris-Tours (Eddy niet). Rik Van Steenbergen komt in dat stuk niet voor omdat hij zich niet uitsluitend focuste op de weg, wat hem niet belette om drie monumenten minstens één keer te winnen: Milano-Sanremo(1954), de Ronde van Vlaanderen (1944 en 1946) en Paris-Roubaix (1948 en 1952). In Liège-Bastogne-Liège zette hij nooit aan, hoewel die zeker binnen zijn bereik lag aangezien hij in 1958 in de regenboogtrui de ijzige Flèche Wallonne won. Ook uit ILombardia bleef hij weg omdat het zesdaagsen-seizoen al begonnen was. Het is ook nog gebeurd dat Van Steenbergen het afwachtingsprogramma boven Paris-Roubaix zelf verkoos omdat hij daarmee meer geld kon verdienen. Wie kon hem in een periode dat de maandgelden nog niet uit de pan swingden ongelijk geven?
Post en Van Looy waren partners in crime die samen tien zesdaagsen wonnen. Ook op de weg reden ze samen. In de lente van 1963 kwam er een einde aan hun fragiele vriendschap. Van Looy had Flandria, waar Post bleef, met slaande deuren verlaten en ingeruild voor GBC-Libertas. De rancuneuze Pol Claeys gebruikte de Nederlander als punchball om zijn gram te halen. Zo was Post in Paris-Roubaix verantwoordelijk voor een manoeuvre waardoor Van Looy ingesloten werd en niet meer voorbij Emile Daems geraakte. Het jaar daarop won Post zèlf Paris-Roubaix. Hij maakte deel uit van de beslissende ontsnapping met Willy Bocklant in steun en de Groene Leeuwen wereldkampioen Benoni Beheyt en Yvo Molenaers. Beheyt was intrinsiek de snelste maar dat was zonder de waard Lomme Driessens gerekend die Molenaers (die voor de volgende seizoenen nog geen contract had) voor … Post deed kiezen met voor gevolg: de pistier won en Yvo reed de drie volgende seizoenen voor Flandria. Met Gilbert Desmet, die lek was gereden, er bij zou het géén waar geweest zijn, hij wist hoe hij Driessens moest aanpakken.
De zesdaagsenkoning die Paris-Roubaix won, het leek not done en wat het nog stràffer maakte: Post haalde een gemiddelde van ruim 45 km., de snelste editie tot dan toe, een moyenne die pas in 2017 door Greg Van Avermaet héél licht verbeterd zou worden. Een absolute verrassing was het niet want Peter Post was het jaar voordien al derde geworden in La Flèche Wallonne, hij deed dat in 1964 over en werd in 1967 zelfs tweede.
Ook op het wereldkampioenschap in Sallanches clashten Post en Van Looy opnieuw. Peter trok er de kaart van zijn winnende landgenoot Jan Janssen. In België werd het niet zo begrepen. Post was de gebeten hond en werd in het kampioenschap van Vlaanderen de start geweigerd. Paul Claeys werd in Koolskamp bijna zo woest als zes jaar later toen de kakelverse wereldkampioen Jean-Pierre Monseré er zijn maat Noël Vanclooster liet winnen.
Peter Post was één van de gewiekste figuren die de wielrennerij gekend heeft: als renner, ploegleider en als manager was hij de absolute patron, die het ook in het zakenleven zou gemaakt hebben. Voor hem heiligde het doel àlle middelen.
Na zijn aktieve carrière riep hij het Team TI-Raleigh in het leven. Hij wilde vooral dat zijn coureurs het véél béter zouden hebben dan hij het had gehad. En of hij daar in slaagde! Na een bescheiden aanhef groepeerde hij gaandeweg de beste Nederlandse coureurs als Gerrie Knetemann, Hennie Kuiper, Henk Lubberding, Jan Raas, Bert Oosterbosch, Steven Rooks, Gert-Jan Theunisse, Johan van der Velde en tenslotte ook Joop Zoetemelkmet wie hij in 1980 de Tour won. Hij monopoliseerde ook de ploegentijdritten.
Na TI-Raleigh kwam Panasonic en het werd er niet minder om met een ruimere buitenlandse inbreng met Phil Anderson, Viatcheslav Ekimov, Maurizio Fondriest, Eddy en Walter Planckaert, Eric Vanderaerden, ...
Na 1995 hield Peter Post het helemaal voor gezien. Na hem is Patrick Lefevere die hem (meer dan) naar de kroon stak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten