Met Eddy MERCKX als ontegensprekelijke imperator
maar Alejandro VALVERDE volgt almaar korter
Liège-Bastogne-Liège
quelle riche histoire !
… méér voor allrounders dan voor specialisten
Liège-Bastogne-Liège krijgt niet dezelfde honneurs toebedeeld als de drie andere monumentale klassiekers van het voorjaar. Op het einde van de lente treedt er inzake belangstelling enige verzadiging op. Toch moet La Doyenne geenszins onderdoen voor Sanremo, Vlaanderen noch Paris-Roubaix. Integendeel: hij is een exactere koers die zich meer tot allrounders dan tot specialisten richt. Liège-Bastogne-Liège is de iets mildere versie van de nòg minder populaire en almaar meer verstoken Il Lombardia.
Absolute grootmeesters zijn Eddy Merckx en Alejandro Valverde.
Eddy won vijf keer, waarvan die van 1971 de minste was. Vijftig jaar geleden werd hij na een solo van 90 kilometer op tweeduizend meter van Rocourt achterhaald door Georges Pintens maar nièt overstoken. Jommeke vond dat hij dat, in een mix van respect en beïnvloeding, niet kon maken. Merckx won toch maar het was een Pyrrusoverwinning.
Eddy maakte om de twee jaar iets speciaal mee in La Doyenne.
In 1967 was Walter Godefroot de enige die Merckx kon volgen. In Rocourt werd niet op de verzopen piste gespurt maar wel op de belendende sintelbaan. Walter haalde het van Eddy maar in volle Merckx-mania kreeg de verliezer meer aandacht dan de winnaar. Walter is daar terecht kwaad om geweest, niet op Eddy maar wel op de subjectieve media.
Twee jaar later duldde Eddy opnieuw slechts één compagnon de route in zijn gezelschap, zijn eerste luitenant Vic Van Schil. Ze arriveerden in Rocourt minstens acht minuten vòòr de anderen.
In 1973 had er zich een dozijn in zijn heet spoor kunnen handhaven. Eddy was niet de snelste maar won toch van Frans Verbeeck en Walter Godefroot. Met de oorspronkelijke melkboer en de latere gigant in wielerkledij was het verschil enkel met de fotofinish meetbaar.
In 1975 had Bernard Thévenet zich bij het illustere Belgische trio kunnen handhaven. In een uitgesponnen krachtspurt knalde Merckx ze op de lange Boulevard de la Sauvenière allemaal sec uit zijn spoor.
Merckx vormt met vijf overwinningen (waarin centraal een loepzuivere hattrick vanaf 1971), een tweede en een derde plaats de unieke rode draad doorheen de rijke geschiedenis van La Doyenne en werd hij, qua pure resultaten, het dichtst benaderd door Alejandro Valverde met vier overwinningen, twee tweede en één derde plaats. Il Imbatido steekt, in combinatie met La Flèche Wallonne, Il Cannibale zelfs naar de kroon inzake resultaten maar niet inzake globaliteit.
Moreno Argentin (ook ‘n loepzuivere hattrick vanaf 1985, een vierde zege in 1991 en ook nog zesde in 1990) volgt op respectabele afstand.
Liège-Bastogne-Liège kende nog meer onvergetelijke momenten en figuren.
Zo werd Raymond Impanis viermaal tweede: (na Richard Depoorter) in 1947, (na Maurice Mollin) in 1948, (na Marcel Ernzer) in 1954 en (na Stan Ockers) in 1955.
In 1957 was er zelfs een door Germain Derycke en Frans Schoubben gedéélde eerste plaats. Derycke had onderweg met zijn medevluchters Louison Bobet, Marcel Buys en Angelo Miserocchi een overweg genegeerd. In het buitenland mocht dat, in België niet. Buys en Derycke hadden de Fransman en de Italiaan dus moeten laten rijden en wachten tot de slagbomen zich heropenden. Germain had geen boodschap aan deze kafkaiaanse toestand en won met bijna drie minuten voorsprong. Schoubben liet dat niet over zich gaan en diende klacht in. De koersjury velde een Salomonsoordeel.
Jef Planckaert won in 1962 en was dat jaar de beste van de wereld die ook Paris-Nice, de 4 Jours de Dunkerque op zijn palmares bijschreef, tweede werd in de Tour en de week daarop kampioen van België op de Citadel de Namur. Dat verdiende de eindzege in het jaarklassement SuperPrestige die hem ontsnapte omdat men vergeten was om Liège-Bastogne-Liège mee te rekenen, één van de grootste dwalingen uit de wielergeschiedenis.
Jef Planckaert was ook in 1964 de beste in La Doyenne maar werd er door eigen luizen gebeten. Lomme Driessens had er alles aan gedaan opdat Peter Post Paris-Roubaix zou winnen. Daarvoor moest ook Willy Bocklant in het gelid. Lomme beloofde hem dat hij Liège-Bastogne-Liège zou winnen en daarvoor moest ook Planckaert aan de bak, wat Jef zo kwaad maakte dat hij sprak over "het crapuul van Herseaux", moest eigenlijk zijn het 'crapuul' van Vilvoorde, wiens wil wet was.
In 1968 won Valeer Van Sweevelt werd, dertien dagen na zijn 21ste verjaardag en werd daarmee de jongste winnaar van La Doyenne. Valeer vloerde in Rocourt absolute toppers als Walter Godefroot, Raymond Poulidor, Jacques Anquetil en Herman Vanspringel. Voor Valeer was het niet de aanzet van een duurzame carrière. Hij bleek een one hit wonder.
In 1980 was er de epische editie Neige-Bastogne-Neige, door Bernard Hinault met 9’24” voorsprong gewonnen op Hennie Kuiper, die daardoor niet alle vijf de monumentale klassiekers op zijn palmares inschreef.
Meest beklijvend zal voor velen de editie van 1999 blijven waarin Frank Vandenbroucke een voorbedachte grand numéro tot in de puntjes ten uitvoer bracht. Hij zou zelfs voorspeld hebben dat hij bij huisnummer 256 Michael Boogerd, zijn laatste aanklamper, op Saint-Nicolas zou overkillen en hij hield woord. Het was allemaal te mooi om waar te zijn en dan is het ook meestal geen waar, intussen al 22 jaar geleden, niet te geloven!
De voorgaande edities leverden deze rankings op:
• de allertijdse van 1930-2020 op basis van 150 105 75 54 42 30 24 18 12 6 punten;
• de naoorlogse van 1946-2020 op basis van 150 120 105 90 75 60 54 48 42 36 30 27 24 21 18 15 12 9 6 3 punten.
1907 - 2020 | 1946 - 2020 | |||||
1008 | MERCKX Eddy | B. | 1143 | MERCKX Eddy | B. | |
960 | Valverde Alejandro | Sp. | 1095 | Valverde Alejandro | Sp. | |
672 | Argentin Moreno | It. | 867 | Rebellin Davide | It. | |
594 | Rebellin Davide | It. | 771 | Argentin Moreno | It. | |
567 | Bettini Paolo | It. | 771 | Boogerd Michael | Ned. | |
522 | Rooks Steven | Ned. | 762 | Rooks Steven | Ned. | |
516 | Boogerd Michael | Ned. | 735 | Bettini Paolo | It. | |
468 | Impanis Raymond | B. | 678 | Verbeeck Frans | B. | |
462 | Verbeeck Frans | B. | 642 | Criquielion Claude | B. | |
459 | Godefroot Walter | B. | 642 | Impanis Raymond | B. | |
450 | De Bruyne Fred | B. | 627 | Godefroot Walter | B. | |
429 | Bartoli Michele | It. | 612 | Vanspringel Herman | B. | |
417 | Criquielion Claude | B. | 564 | Kelly Sean | Ier | |
405 | Hinault Bernard | Fr. | 495 | Bartoli Michele | It. | |
405 | Vinokourov Alexandre | Kaz. | 495 | Vinokourov Alexandre | Kaz. | |
402 | Kelly Sean | Ier | 489 | Anderson Phil | Austr. | |
375 | Kübler Ferdi | Zwits. | 486 | Rodriguez Joaquim | Sp. | |
333 | Gardier François | B. | 462 | Gilbert Philippe | B. | |
330 | Bruyère Joseph | B. | 462 | Pintens Georges | B. | |
330 | Thurau Didi | D. | 456 | Planckaert Jef | B. | |
327 | Planckaert Jef | B. | 450 | Casagrande Francesco | It. | |
321 | Rodriguez Joaquim | Sp. | 450 | De Bruyne Fred | B. | |
318 | Depredomme Prosper | B. | 444 | Hinault Bernard | Fr. | |
312 | Pintens Georges | B. | 438 | Jalabert Laurent | Fr. | |
309 | Schleck Andy | Lux. | 432 | Schleck Fränk | Lux. | |
300 | Depoorter Richard | B. | 426 | Kübler Ferdi | Zwits. | |
300 | Gilbert Philippe | B. | 408 | Sanchez Samuel | Sp. | |
300 | Schepers Alfons | B. | 405 | Adorni Vittorio | It. | |
297 | Adorni Vittorio | It. | 405 | Schleck Andy | Lux. | |
297 | Martin Daniel | Ier | 402 | Bruyère Joseph | B. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten