Wat zou er fout zijn aan
een gedéélde eerste plaats?
De commotie rond de fotofinish van de Amstel Gold Race is nog niet helemaal geluwd. Weinigen zouden er aanstoot aan hebben genomen indien men Wout Van Aert en Thomas Pidcock eenvoudig gelijk had geplaatst, hoe ongebruikelijk het ook zou in deze ‘feilloze’ digitale tijden.
Het is nog gebeurd dat men twéé winnaars huldigde.
Ik herinner mij Kuurne-Brussel-Kuurne van 1961 met Fred De Bruyne en Leon Van Daele. In enkele archieven is men die ex-aequo kennelijk vergeten want Fred wordt meestal opgevoerd als de enige winnaar van zijn voorlaatste koers.
In de loop der tijden waren er enkele andere ex-aequo’s, maar niet meer op basis van een onmeetbaar verschil.
In Paris-Roubaix 1949 reden Frans Leenen, André Mahé en Jean-Jacques Moujicaop kop maar werden door een gendarme de verkeerde richting opgestuurd naar de roze piste. Ze keerden op hun stappen terug en maakten een ommetje om via een kleine ingang de vélodrome op te rijden. Mahé overschreed als eerste de finish. Even later reden de eerste achtervolgers langs de grote poort binnen. Serse (broer van Fausto) Coppi won de spurt voor de vierde plaats maar diende klacht in omdat de drie die voor hem geklasseerd werden van het voorgeschreven parcours waren afgeweken. Het was geenszins hun fout en ze haalden daar ook geen voordeel uit aangezien ze zelfs 220 meter méér aflegden. In deze had men de geest in plaats van de letter van het reglement moeten toepassen.
Liège-Bastogne-Liège werd in 1957 overtuigend gewonnen door Germain Derycke, die evenwel onderweg (zoals nog meer anderen) een barreel (omdat stoppen in ijskoude omstandigheden geen optie was) had genegeerd. Frans Schoubben arriveerde 2’46” later als tweede maar diende klacht in en werd tot medewinnaar uitgeroepen. Men wilde Derycke tenslotte niet helemaal decimeren omdat terecht men oordeelde dat hij zijn ruime voorsprong niet uitsluitend aan zijn overtreding kon te danken hebben. Wat een kafka: men had Germain meteen moeite uitsluiten of hem onverdeeld de eerste plaats toekennen.
Bordeaux-Paris 1974. Herman Vanspringel arriveerde met bijna een kwartier voorsprong maar week, niet door eigen schuld, even van het voorgeschreven parcours af. Régis Delepine werd tweede, diende klacht in en dat schonk de koersjury een alibi om hem tot medewinnaar te promoveren. Herman werd in eerste instantie helemaal uitgesloten maar werd met dit Salomonsoordeel nog schromelijk tekortgedaan.
Een ex-aequo was er ook aan het eind van het kampioenschap van België 1986 voor nieuwelingen in Momignies, waar Serge Baguet en Wilfried Nelissen zonder aanwijsbaar verschil gelijk over de finishlijn flitsten. Zoals het reglement voorschreef moesten zij de laatste kilometer overdoen en die belle leverde duidelijk voordeel op voor de intrinsiek snellere Limburger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten