zaterdag 17 april 2021

Won 50 jaar geleden Paris-Roubaix

en werd aanzien als kasseienvreter par excellence

 

Aristocratische

Roger ROSIERS

was géén ééndagsvlieg!

 

Als 18-jarige neo-liefhebber viel hij met de deur in huis met winst in de Omloop ‘Het Volk’, de openingskoers van de Antwerpse, Brabantse en Limburgse clubs. Een dagzege (in Oostende) en de derde eindplaats (na Noël Vanclooster en Jos Boons) in de Ronde van België schonken hem nog meer vertrouwen. Klap op de vuurpijl was zijn overwinning in de Schaal Sels in Merksem (waaraan ook beroepsrenners deelnamen) met een flitsende slotkilometer waarmee hij zich uit de voeten maakte voor de sprinters als Staf Desmet, Gilbert Maes en Lode Troonbeeckx. Dat was vèruit de mooiste van 16 overwinningen in 1965.

Een overstap naar de beroepscategorie was evenwel nog niet aan de orde zodat hij in 1966 met Willy Van Neste (die het vooral van hoogtemeters moest hebben) ’s lands beste liefhebber werd. Het ontbrak zijn 16 overwinningen niet aan kwaliteit. Met de Omloop van de Vlaamse Gewesten, Gent-Wevelgem en de Omloop van Henegouwen won hij voorname ééndagskoersen. In de Ronde van België schoof hij zonder dagzege een plaatsje dichter, enkel Harry Steevens (Ned.) had een lagere totaaltijd. Het wereldkampioenschap op de Nürburgring was hem evenwel te hooggegrepen.

Als neo-prof was hij in 1967 de absolute revelatie met vroege winst in de Brabantse Pijl en met een zevende plaats in Liège-Bastogne-Liège bewees hij over meer dan een molshoop te kunnen. Dat was zijn begin als vaste waarde in de grote voorjaarskoersen. In elk daarvan behaalde hij minstens één dichte ereplaats én zelfs een podiumplaats in Bordeaux-Paris.

Paris-Roubaix werd de kroonluchter van zijn palmares. Een val noch drie bandbreuken hielden hem op 18 april 1971 weg uit de kopgroep (waarin de ex-winnaars Felice Gimondi, Walter Godefroot en Eddy Merckx plus de aanstaande primus inter pares Roger De Vlaeminck), waaruit hij op 30 km. van de finish wegreed om met anderhalve minuut voorsprong de roze piste op te rijden. Het viel hem te beurt in de kleuren van Bic, dat evenwel een pak publiciteit derfde omdat de tv-motard met panne aan de kant stond. 1971 was zijn beste jaar waarin hij al achtste was geworden in Milano-Sanremo, tweede (na Eddy Merckx) in de opgeschoven Omloop ‘Het Volk’ en derde in de Amstel Gold Race.

Als fijnbesnaarde persoon (die Latijn-Grieks had gevolgd) werd hij door nogal wat teams gesollicteerd. Na drie campagnes (vanaf 1967) bij Mann-Grundig (aan de zijde van Jos Huysmans en Herman Vanspringel) muteerde hij (vanaf 1970) voor vier seizoenen naar Bic (waarin vooral Luis Ocana en Jan Janssen), daarna naar Molteni1974 (Eddy Merckx). Luis Ocana wilde hem al na een jaar terug bij Super Ser (1975 & 1976) en daarna bij Frisol 1977. Hij bolde uit bij Peugeot (1978) en La Redoute (1979 en 1980). Dat betekende zeven teams in veertien seizoenen. Roger was nochtans geen jobhopper noch een carrièretijger, hij werd gevrààgd en wanneer het hem financieel beviel, dan ging hij er op in.

Roger was een veelkunner die zelfs in de Vuelta 1970 een dagzege ging ophalen. Hij won in Santander de spurt van de sterk uitgedunde hoofdmacht.

Zijn laatste overwinning van betekenis was de allereerste Driedaagse van De Panne - Koksijde in 1977 die in heus hondenweer werd beslecht. Van RoRo werd nochtans beweerd dat hij niet altijd evenveel karakter en doorzetting aan de dag legde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten