maandag 13 december 2021

 

Henri VANDENABEELE

voelt zich bij Team DSM nièt als één van de laatste Mohikanen

 

Henri Vandenabeele bleef in tegenstelling tot zijn landgenoten Tiesj Benoot en Ilan Van Wilder wel bij Team DSM. Dat deed hij bewust omdat dit team het best aansluit bij zijn desiderata als jonge coureur.

Weinigen hebben meer het pad der geleidelijkheid bewandeld als de ranke Dentergemnaar die slechts 80 dagen jonger is dan Remco Evenepoel, die al veel verder staat met de opbouw van zijn carrière maar die nu éénmaal uniek is in zijn soort. Ook Henri wil uniek zijn maar dan op zijn manier en trouw blijvend aan zichzelf.

Foto Roland DESMET

Zijn aantal overwinningen zijn bijna op één hand te tellen maar zijn ereplaatsen die ertoe deden waren keer op keer tien futiele succesjes waard, die (weliswaar prettige) bijkomstigheden had hij niet nodig om te beseffen dat hij ‘op schema’ koerste.

Henri koerst al vanaf zijn 12de bij de maar weinigen die daar meteen wat van merkten. Henri had meer tijd nodig om te ontbolsteren want zijn gezondheid als tiener wilde niet altijd mee. 

Bij de aspiranten behaalde hij pas als 14-jarige zijn eerste podiumplaatsen: in het kampioenschap van West-Vlaanderen (na de zich veel sneller ontwikkelende Matthias Declercq en Kevin Gadenne, die ondertussen niet meer koersen) en in Schuiferskapelle. 

Als tweedejaarsnieuweling zette hij mooie stappen. In de Vuelta al Bajo Aragon zou hij op het eindpodium hebben gestaan indien men hem niet had uitgesloten omdat hij het controleblad vergat te tekenen. Na zijn 9de plaats in Polleur-Stoumont-Polleur werd hij door Rony Vanmarcke opgeroepen voor een klimstage in de Vogezen, wat Henri als een godsgeschenk in de armen sloot. Als eerstejaarsjunior werd 16 september 2017 zijn D-day met het behalen van zijn àlleréérste overwinning in Sint-Denijs, waar hij het haalde van de Bulgaar Petar Stoyanov, de Let Kristers Ansons en de Nederlander Vincent Hoppezak. Toch hechtte hij meer waarde aan zijn Ardeense prestaties: 12de in Vresse-sur-Semois, 8ste in La Philippe Gilbert en (na Kamiel Bonneu, inmiddels contractrenner bij Sport Vlaanderen - Baloise) 2de in Jemeppe-sur-Sambre. Le vrai Henri était arrivé!

Als tweedejaarsjunior was hij genoodzaakt om van de abdicerende Tieltse Renners te muteren naar CC Chevigny-Crabbé. Dat bleek een zegen, niet zozeer omdat hij zowaar vier (!) overwinningen behaalde maar omwille van de kwaliteit van zijn resultaten met een kroonzege in Herbeumont, aansluitend op zijn uitmuntende Ain Bugey Valromey Tour, waarin hij tweede werd na de Spanjaard Alex Martin, die op dezelfde dag is geboren als Remco Evenepoel en die in 2022 zijn profdebuut maakt bij Eolo-Kometa. Henri was dan al incontournable in de selectie voor het WK in Innsbruck, waar hij door vroege pech slechts een bevoorrechte getuige kon zijn van Remco’s demonstratie.

Duurzamer was dat hij als belofte terecht kon bij Lotto-Soudal. 2019 werd een nuttig verkenningsjaar. In 2020 zette hij fikse stappen met vooral dichtste ereplaatsen in de Giro d’Italia u23 (na Thomas Pidcock) en in de Ronde de l’Isard (na zijn kompaan Xandres Vervloesem). In l’Isard won hij de korte koninginnenrit met driekwart minuut voorsprong. Dit seizoen hernieuwde hij, zijn podiumplaats naast het vermeende Spaanse wonderkind Juan Ayuso en de Noor Tobias Halland Johannessen in de Giro u23.

Henri had intussen, niet zonder pijn in het hart, Lotto-Soudal u23 ingeruild voor het Development Team DSM. Dat gebeurde door toedoen van zijn vijf jaar oudere broer Emil, die ook koerste met onder anderen Tiesj Benoot die erop aandrong dat Henri naar de Nederlandse ploeg zou overstappen. Henri liet zich overhalen en heeft daar, zelfs na het betreurde weggaan van Tiesj, geen spijt van, hoe goed hij zich bij Lotto-Soudal ook voelde. 

Henri’s tweede podium in de Giro u23 volstond om meteen door te stromen naar het DSM World Tour Team en dat was een geweldige opsteker na zijn mislopen tweede seizoenshelft door een vroege val in de Tour de l'Avenir en bovenal door toxoplasmose (een parasiet die vermoeidheid en lusteloosheid ontlokt) ondermijnd werd.  

“Een renner als ik kan nergens beter zijn dan bij DSM”, meent Henri, die zijn hogere studies sportmanagement on hold zette. “Ik krijg er alle tijd om te ontwikkelen en ik zal mij niet a priori aan een ontbrekende uitgesproken kopman moeten uitleveren. Ik mag mijn eigen limieten aftasten en voor mij uitschuiven. Bij geen enkel ander World Tour Team zou ik die faciliteiten gehad hebben. Ik zie reikhalzend uit naar de rittenkoersen als Catalunya, de Itzulia Basque Country, het Critérium du Dauphine, de Tour de Suisse, … Een debuut in een grote ronde is niet voorzien maar niet totaal uitgesloten.”

Na het opstappen van Tiesj Benoot en  Ilan Van Wilder is Henri nog de enige Vlaming in het Nederlandse team. 

“Jammer, want ik had een prima band met hen maar ik moet verder in een team waarin ik het echt naar mijn zin heb, hoe anders de media daar ook over denken.”  

Indien hij moeite had met de strakke aanpak, dan zou Henri dat uiteraard voor zich houden maar het is mijn inschatting dat hij daar inderdaad goed terechtkomt op voorwaarde dat men zuinig met hem omspringt. Met Marius Mayrhofer (D.) en Kevin Vermaerke (V.St.) is hij de enige van het bouwjaar 2000. Enkel Marco Brenner (°27.8.2002) is nòg jonger.

DSM’s voetafdruk in de grote ronden zal er na het opstappen van Tiesj Benoot, Jai Hindley (de vergeten tweede van de Giro 2020), Nicolas Roche (gestopt) en Michael Storer niet zwaarder op worden. Henri voelt zich geroepen om die leemte te helpen opvangen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten