Wielerjournalistiek …
Heer, wat ben ik dankbaar dat U
deze krabbenmand
aan mij liet voorbijgaan
Als ik er al de capaciteiten voor zou gehad hebben dan nog ben ik blij dat ik geen broodschrijver ben (geweest). Ik zou het wellicht niet gekund hebben en daar ben ik nu blij om.
Sportjournalist is geen knelpunten- maar een onzekerheden-beroep. Deze week werden zes van de tien kernredactieleden van Sportmagazine (lees Voetbalmagazine) bedankt voor bewezen diensten. Een economische wetmatigheid want het magazine schakelt van wekelijks naar maandelijks. Je zult als één of meer van die zes maar een financieel plan hebben lopen.
Kort voordien werd Stephan Keygnaert, tot dan toe zelfverklaarde chef voetbal van Het Laatste Nieuws, ontslagen nadat hij ontmaskerd werd als een trawant van spelersmakelaar -> spijtoptant Dejan Veljkovic waardoor hij niet langer journalistieke integriteit en credibiliteit genoot.
De verzameling sportjournalisten is een klein wereldje dat zichzelf goed afschermt en zich daartoe wel eens buffert in een ivoren toren maar veilig ben je nooit.
Herinner u maar wat Eddy Demarez (Sporza) overkwam. In het onbewaakte ogenblik van een openliggende microfoon had hij zich spottend uitgelaten over de geaardheid en het uitzicht van enkele basketvrouwen. Not done? Inderdaad niet maar hem daarom aan de schandpaal nagelen? Even not done! Zeker omdat zijn concullega’sook wel eens (zoals wij allemaal) een vuile bek opzetten maar niet op heterdaad betrapt werden en dus ongemoeid worden gelaten. Nu zullen ze met hun allen wel een tijdje beter op hun tellen passen.
Ook geregeld maar om minder specifieke redenen de kop van jut is Michel Wuyts, die inderdaad niet volmaakt is zoals niemand van ons. Ik erger mij ook wel eens aan hem omwille van zijn pedante subjectiviteit en bovenal het de mond snoeren van José De Cauwer maar voor mij halen Michels boni het ruim van zijn mali: warme stem, goed geïnformeerd en gedreven. Dat hij op het arrogante af eigenzinnig is en amper tegenspraak (zelfs niet van insiders) duldt, is niet gelogen. Soms lokt hij de controverse zelf uit. In Humo van deze week bekloeg hij er zich over dat hij José De Cauwer niet meer gehoord heeft sedert ze (na Paris-Roubaix) als commentatoren geen koppel meer vormen: Wuyts doet het tegenovergestelde van er de angel uit te halen met “José is een voormalige coureur, die vinden altijd een nieuwe kopman.”
Michel profileert zich dus als de … kopman van de tweespan, waarop José fijntjes reageerde: “Hennie Kuiper, die is mijn kopman!”.
Wedervraag aan Michel: heb jij José al gebeld? Of is het aan ‘de laagste in rang’ om dat als eerste te doen. De discussie werd afgerond met: “ze zullen mekaar nog wel eens bellen”. Na wat er in dat verband in Humo verscheen ben ik daar niet meer zo zeker van. Het pleit ook tegen Wuyts dat hij al een clash met waarna split van wijlen André Meganck op zijn kerfstok heeft.
Toch zal ik Michel Wuyts vanaf maart 2022 missen, waarbij ik zelfs hoop dat hij vanuit een andere uitvalsbasis terugkeert.
Insteek van deze bijdrage is een driehoeksinterview in Humo met drie gedateerdemediaboys Frank Raes en Michel Wuyts (Sporza) en Hans Vandeweghe (De Morgen).
Hans, op wie ik acht jaar geleden héél kwaad ben geweest but no longer hard feelings, onderscheidt zich als de béste want de véélzijdigste van hen én meer anderen omdat hij naar eigen zeggen ‘de sport niet moet verkopen’. Goed dat hij er is om een aantal heilige huisjes niet te ontzien als de bestrijder van de pensée unique.
Of Hans het bedoelde incident tijdens de Olympiade in Tokio tussen Remco Evenepoel en Mauri Vansevenant (die naar verluidt ‘uit elkaar moesten gehaald worden of er waren rake klappen gevallen’) zonodig moest uitvergroten, weet ik niet.
Misschien is het goed dat dit gebeurde. Remco liep naast zijn schoenen en daar moet je bij een no nonsense guy als Mauri niet mee afkomen. Betekent het dat ze in de toekomst niet meer door dezelfde deur kunnen? Dan ken je Patrick Lefevere niet zeker?!
Ik lees en overschouw het pennenveld al zestig jaar en moet ootmoedig toegeven dat de kwaliteit van de kranten er de voorbije decennia ontzettend op vooruit is gegaan. Ik heb de tijd gekend dat een toenmalige redacteur zijn plicht had gedaan indien hij elke dag één stuk(je) pleegde. De meesten van toen zouden nu niet meer aan de bak komen.
Wat ben ik blij dat ik daar niet tussen maar naast sta en de koers op mijn manier mag beschrijven die daarom niet mijn gelijk hoeft te zijn. Dat specifieke wereldje van schrijven en zwijgen zou niet mijn dada zijn, al zitten er ook toffe gasten tussen zoals good old Hugo Coorevits en bovenal de romanticus Joeri De Knop (die Het Nieuwsblad liet ontglippen en met wie Het Laatste Nieuws nog elke dag hemels blij is). En ik durf er zelfs de noeste runner up Tom Vandenbussche bij plaatsen.
En wat het gesproken woord betreft: is er nog leven na Michel Wuyts (wiens stem voor mij overigens niet hoeft te zwijgen). Jawel hoor, en nog géén klein beetje! In alfabetische orde snellen Carl Berteele, Renaat Schotte, Christophe Vandegoor, Ruben Van Gucht, … ter hulp.
Last but very not least is er Karl Vannieuwkerke voor de weergaloze omkadering!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten