De zwarte van Itegem kan verder komen dan de witte ooit kwam
Ontbolstert toptalent Gilles DOCKX
in een voor hem ideale omgeving?
Wanneer men het heeft over de gouden lichting van het bouwjaar 2005 dan bedoelt men vooral Steffen De Schuyteneer, Duarte Marivoet Scholiers, Sente Sentjens, Viktor Soenens, Lars Vanden Heede en bovenal Jarno Widar. Dat doet men volgens de behaalde uitslagen.
Gilles Dockx met in zijn spoor Duarte Marievoet Scholiers. |
Dàt brak hem onder meer zuur op in de E3 Harelbeke, waarin hij wel met de besten de Oude Kwaremont overschreed maar waarna een tekort aan frisheid hem op de vijftiende plaats in plaats van het podium parkeerde. Zo’n unhappy end overkwam hem wel vaker.
Gevolg was wel dat hij, in tegenstelling tot de voornoemden en meer anderen, geen precieuze stek verwierf in het Devo Team van een profteam. Daar zag het toch naar uit tot de jaarwende wanneer er hem alsnog an continental offer he couldn’t refuse te beurt viel. Eind goed, al goed.
Het ontlokte keer op keer een dubbel gevoel wanneer je Gilles zag koersen zonder door te gaan tot het gaatje. Met die visie zat ik op één lijn met zijn illustere papa Yves, de voorzitter van Heist CT, de mooie club dit jaar aan zijn tiende werkjaar begint en waarvan zijn zoon Gilles een voorname coryfee was.
Gilles, een Adonis op twee wielen, die liever vrolijk dan gespannen door het leven stapt en met beperkte trainingsarbeid toch mooie dingen liet zien. In 2023 bracht hij te weinig met drie overwinningen waarvan twee met een meerwaarde: het ‘open’ PK in Herenthout en de Valkenburg Klim Classic. Vooral die laatste overwinning deed een belletje rinkelen wat voor moois er misschien ligt te wachten op hem. Vanaf 2024 zal al een beetje blijken wat daar van aan is.
Gilles is in de AP Hogeschool Antwerpen academische studies begonnen voor professionele bachelor vastgoed. Wat dat betreft lijkt hij een aardje naar zijn vaartje Yves, een topverkoper bij Wijns Vastgoed in Berlaar.
In Itegem, een deelgemeente van Heist-op-den-Berg, zijn ze niet aan hun proefstuk inzake het huisvesten van wielertalent.
In de late jaren 50 en de vroege jaren 60 van vorige eeuw was er de inmiddels bijna 86-jarige heerlijke mens Lode Troonbeeckx, een steevaste uitblinker in de jeugdcategorieën die oneindig veel beloofde en vooral vierde werd op het WK in Zandvoort (Ned.), waar vier Vlamingen bij de eerste acht eindigden: Constant Goossens werd derde, Herman Cornelis zevende en Jean-Baptist Claes achtste. Geen van hen brak door tenzij laatstgenoemde op zakelijk vlak als de créateur-fondateur van JBC.
Lode kreeg pas op zijn 22ste in 1960 een contractje bij dr.Mann, vreemd genoeg als onafhankelijke. In die categorie werd hij in het BK te Gits als topfavoriet verrast door het streekidool Gabriel Deloof, die op 21 januari 2021 helaas aan corona overleed. In 1961 kreeg Troonbeeckx eindelijk een profcontract waarbij de indruk ontstond dat hij dan reeds het beste had gehad. Hij won wel ruim twintig keer in eigen land, de laatste daarvan al in 1967 te Strombeek-Bever, kort na zijn 29ste verjaardag ook de leeftijd waarop hij stopte. Internationaal bleef het bij verre ereplaatsen: 11de in Paris-Brussel 1962, 8ste in de Omloop Het Volk en 10de in Gent-Wevelgem 1964 en zowaar tweede (na Peter Post) in de Deutschland Tour 1962.
Misschien moet Gilles Dockx, als hij dat al niet gedaan heeft, Lode Troonbeeckx eens opzoeken, het zal hem niet spijten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten