Isaac DEL TORO
de uiteindelijke opvolger van Raúl Alcalá?
Tijdens de late jaren 50 en de vroege jaren 60 van vorige eeuw was er El Toro (de stier) alias Arthur Decabooter, die met Groene Leeuw de Vuelta 1960 op zijn kop zette een maand nadat hij de Ronde van Vlaanderen had gewonnen en het jaar daarop de Omloop Het Volk en de E3 Harelbeke aan toevoegde.
Nu is er Del Toro, de ware naam van Isaac, een Mexicaan met San Marino als uitvalsbasis die pas anderhalve maand geleden 20 jaar werd. Hij komt zeker niet uit de lucht gevallen want hij won vorig jaar, vijf weken nadat hij derde was geworden in de Giro della Valle d’Aosta - Mont Blanc, de Tour de l’Avenir, een succes dat meestal een welslagen in de beroepscategorie garandeert want vooral Felice Gimondi (1964), Joop Zoetemelk (1969), Gibi Baronchelli (1973), Eddy Schepers (1977), Greg LeMond (1982), … Deze rittenkoers werd naderhand ook opengesteld voor 22-plussers zodat het begrip ‘Avenir’ verbleekte. Daar is men naderhand op teruggekomen zodat er opnieuw youngsters gefeteerd werden en niet de minste maar wel onder anderen David Gaudu (2016), Egan Bernal (2017), Tadej Pogačar (2018), Tobias Johannessen (2021) en Cian Uijtdebroeks (2022).
Isaac Del Toro legde de basis voor zijn eindzege 2023 in de koninginnenrit met aankomst op de gevreesde col de la Loze maar ook in de andere bergritten eindigde hij helemaal voorin zodat hij ook won op punten en zich eveneens de bergprijs toeëigende. Toch moest Isaac er bikkelhard voor knokken. De Amerikaan Matthew Riccitello had hem in de korte klimtijdrit naar Les Karellis op driekwart minuut gezet en op nog meer in de tussenstand. De Mexicaan kreeg die kloof alsnog gedicht in de slotrit met een aanval op zestig km. van de finish met de Italiaan Giulio Pellizzari als partner in crime aan wie hij de dagzege liet. William Lecerf volgde daar op ruim een halve minuut.
De door Del Toro gewonnen tweede rit in Tour Down Under was geen loodzware bergrit maar een milde overgangsetappe naar Lobethal, waar ze met tachtig voor de dagzege leken te spurten maar Isaac had zich à la Willy Teirlinck uit de voeten gemaakt voor onder anderen Biniam Girmay én zowaar Caleb Ewan, die dan toch oké blijkt en dus topfavoriet is voor de ontknoping van de derde vlakke(re) rit.
Een Mexicaan bovenaan de uitslag van een manche van de World Tour; na zoveel tijd mocht dit land nog eens iets hebben op de hoogste wielerbühne. Dat was al geleden van Raul Alcala, die tussen 1987 en 1993 behoorlijk wat neerzette: een dagzege in de Tour van 1989 en 1990 (en telkens 8ste in het eindklassement na 9de en beste jongere in 1987), waarna 7de (1991) en 8ste (1992) in de Vuelta.
Winnen was zelden aan hem besteed maar wel in de Clasica San Sebastian 1992 en in het Critérium du Dauphiné 1993 waarin hij twee dagzeges behaalde. Hij werd ook nog vierde in Il Lombardia 1989 en zesde in Li!ge-Bastogne-Liège 1992.
Na vier campagnes bij het besmeurde PDM zette hij er in Europa al op zijn 30ste een punt achter en na hem volgde nog weinig voor het land van de sombrero’s en de tequila. Enkel Julio-Alberto Perez deed er nog toe. Hij behaalde in de Giro drie hoge dagzeges (op de Passo Pordoi in 2001, in San Giacomo en in Corvara in Badia in 2002, het jaar ook winnaar van de bergprijs) maar een spraakmakend tijdklassement zat aan één en ander niet vast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten