Hij zou gisteren 90 jaar zijn geworden,
19 dagen na Rik VAN LOOY, die hem al 36 jaar overleeft
Jacques ANQUETIL
intrinsiek wellicht de beste
maar zeker niet de meest toegewijde,
dat was ongetwijfeld Eddy MERCKX
Over Jacques Anquetil ben je nooit uitverteld noch uitgelezen.
Zo wil de overlevering dat hij op zaterdag 24 september 1966 met enkele getrouwen (Raphaël Geminiani, André Darrigade, Jean Stablinski, Lucien Aimar en hun respectieve vrouwen en vriendinnen) in zijn Château des Elfes in La Neuville - Chant d’Oisel (Rouen) een stevig feestje hield. De heer des huizes bepaalde uiteraard wanneer de party begon én wanneer die eindigde maar beide tijdstippen lagen behoorlijk uiteen en dus werden de frivole debatten pas tegen het ochtendgloren afgesloten.
Maître Jacques zou zich daarna niet naar zijn ledikant maar naar de … kelder begeven hebben om er op de hometrainer gedurende anderhalf uur de benen los te gooien terwijl Jeanine de fietsen in de auto laadde om hen richting Paris te spoeden en er in de namiddag te starten in de G.P. des Nations en die een negende en ultieme keer te winnen, geen volle keer de klok rond na zijn mondain feestje. Hij realiseerde het aan een moyenne van 44 km./u. en zette zijn ernstige ‘concurrenten’ op respectabele afstand:
. Felice Gimondi (3de in de Giro en winnaar van de Tour in 1965; winnaar van Paris-Roubaix en Paris-Brussel in 1966 en een maand na die GP des Nations ook van Il Lombardia) kreeg bijna twee minuten aangesmeerd;
. Eddy Merckx (the very coming man, in dat 1966 winnaar van Milano-Sanremo en en een maand na die G.P. des Nations 2de in de Giro di Lombardia) ruim drie minuten net als Roger Pingeon (die het jaar daarop de Tour zou winnen);
. Raymond Poulidor werd vijfde op bijna vier minuten.
Dit was dus de negende triomf in het officieuze WK tijdrijden, die meestal een even sterke bezetting had als in 1966.
Jacques Anquetil begon op zijn 19de aan de GP des Nations.
In 1953, 1954 en 1955 bedroeg de afstand steevast 140,3 km. die hij telkens aan een oplopend uurgemiddelde afhaspelde: 39,63 km./u. -> 39,9 km./u. -> 40,23 km./u.
Vanaf 1956 werd de afstand gereduceerd naar 100 km. en dus stak de grootmeester een tandje: 42,204 km./u. -> 42,10 km./u. -> 43,16 km.
Daarna bleef hij om onduidelijke redenen weg tot hij in 1961 een eerste keer terugkeerde en over de 100 km. opnieuw anderhalve minuut minder deed dan in 1958 voor een moyenne van 43,59 km.
Dat leek zijn laatste keer maar na zijn afscheid van de Tour na 1964 kon hij zijn gemakkelijkste koers, die naar 72-73 km. was ingekort, zodat Anquetil het gashendel weer wat eerder volledig kon opendraaien voor een uurgemiddelde van 46,84 km., waarmee hij Rudi Altig op ruim drie en Raymond Poulidor op vijf minuten zette.
Die hoge vlucht kon hij in 1966, op last van zijn feestje annex een slapeloze nacht, niet opnieuw versnellen, die vermaledijde keer haalde hij een moyenne van ‘slechts’ 43,95 km./u.
Opgeteld betekent het dat Jacques Anquetil voor zijn negen triomfen in de GP des Nations net geen duizend (996,6) kilometer aflegde aan een algemeen uurgemiddelde van 43,132 km. Vooral daarom wordt hij meer te onpas dan te pas opgevoerd als monsieur chrono. Dat was hij inderdaad maar nog zo oneindig véél méér.
In de Tour van 1963 won hij in Bagnères-de-Bigorre de koninginnenrit van de Pyreneeën en in Chamonix die van de Alpen.
Er was in 1965 zijn incroyable mais vraag - stunt door binnen hetzelfde etmaal én het Critérium du Dauphiné én Bordeaux-Paris te winnen.
Hij won in 1964 met kleine voorsprong de vluchtklassieker Gent-Wevelgem en in 1966 met 4’53” boni Liège-Bastogne-Liège
In Paris-Roubaix 1958 was hij op weg naar de zege toen hij al na 74 km. een grote aanval lanceerde en volhield tot hij door een tsunami van materiaalpech werd opgehouden.
In het WK was hij liever de lachende verliezer omdat een regenboogtrui zijn handelswaarde niet kon opdrijven en omdat hij (behalve in de Tour) een hekel had aan truien die refereerden naar een landenkoers.
Anquetil verbeterde ook tweemaal het werelduurrecord, dat van Fausto Coppi met 288 meter in 1956 en dat van Roger Rivière met 147 meter in 1967, dat evenwel niet geofficialiseerd werd omdat Anquetil de medische controle weigerde.
Le beau Jacques zou dus vandaag 90 jaar zijn geworden maar hem een beetje gekend hebben denk ik niet dat hij daar à la Van Looy vrolijk zou zijn van geworden. In dat verband was er tijdens zijn laatste dagen zijn cynische sneer naar Raymond Poulidor (die 83,5 jaar werd): ik zal jou opnieuw voor zijn, Raymond!
Zou het een toeval zijn dat 8 januari eveneens de geboortedag is van onder anderen Elvis Presley (1935), Shirley Bassey (1937), David Bowie (1947), …?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten