zondag 16 oktober 2022

Nièt van een andere planeet,

wel de allerbeste van het huidige peloton (bis)

 

Sei grande signore 

Tadej POGAčAR

 

Sei grande signore, kraaide Karl Vannieuwkerke van dolle pret wanneer Tadej Pogačar in Siena op de Piazza del Campo de finish van de Strade Bianche overschreed. Mooier kun je het exploot van de nog maar 23-jarige Sloveen niet bejubelen. Winnen alleen was hem niet genoeg, hij wilde triom-fe-ren met allure en waagde zich daarom aan een solo van 51 km., ik kan mij niet herinneren wie de vorige was die zo’n heroïsch nummer opvoerde. Hij begon er zowaar aan in een … afzink en zijn gezellen aanzagen met lede ogen hoe zijn silhouet almaar kleiner werd op hun wazig netvlies. Tadej deed er, fris als een hoentje, zelf nog een schepje bovenop in de aankomstzone, waar hij een vlaggenzwaaiende fan met een high five bedacht. Zo heel ver waren de Slovenen niet van thuis: tussen Siena en Komenda ligt nog geen 600 km., vandaar.

Na zijn drieslager in de UAE Tour was het Poga’s vierde overwinning in het prille seizoen 2022, waarvan hij òòk de internationale zegekoning zou worden met ééntje meer dan Remco Evenepoel en twéé meer dan Fabio Jakobsen.

Internationale zegekoning, het is amper een voetnootje binnen het imposante geheel, waarin nochtans een derde eindzege op een rij in de Tour ontbreekt. Raar om zeggen maar Tadej maakte er veel minder misbaar over dan verwacht. Uiteraard had hij zijn hattrick graag volgemaakt maar hij stootte op een uitmuntende Jonas Vingegaard, die bovendien op een exceptioneel Jumbo-Visma collectief kon terugvallen met Wout Van Aert als de allerbeste van dat peloton, de hoogste hoogtemeters niet te na gesproken. Ik durf nu al te stellen dat het in 2023 niet de smalle Deen zal zijn die Pogačar van een derde Tourzege houdt. 

Tadej Pogačar is voorlopig de primus inter pares van het derde decennium van de huidige eeuw en zijn beste jaren moeten (althans theoretisch) nog komen. Niets is evenwel zo evident als het lijkt en dat hij alles zou winnen wat er te winnen valt, is inmiddels dooprikt. Aansluitend op de Strade won hij wel (opnieuw) Tirreno-Adriateco en stak hij zowel in Milano-Sanremo (5de) als in de Ronde van Vlaanderen (4de) een gretige hand naar de overwinning, die uitgesteld maar niet verloren is. De Tour ontglipte hem maar in tegenstelling tot zijn overwinnaar Jonas Vingegaard was dat voor hem geen fin de saison maar nam hij zijn verantwoordelijkheid van pelotonbeste op met winst in Montréal, Varese en bovenal Il Lombardia. Remco Evenepoel en Wout Van Aert hadden hem in die afsluiter alsnog naar de kroon kunnen stekenmaar gaven verstek. Remco had meer recht en reden toe dan Wout om dat te doen.

Tadej Pogačar zette de op één na beste jaarprestatie van deze eeuw neer. Primož Roglič, zijn negen jaar oudere landgenoot, deed in 2020 nog ietsje beter als tweede in de Tour (1 dagzege), waarna winnaar van Liège-Bastogne-Liège en vooral de Vuelta (4 dagzeges). 

Indien Tadej op dit elan doorgaat, zelfs zonder dat de Tour daarin een obsessie is, dan zal hij een bijzondere zware voetafdruk hebben op de wielergeschiedenis. Reeds op zijn 24ste staat het 86ste naoorlogse palmares op zijn naam. Hij kan over pakweg vijf jaar al bij de twintig besten aansluiten. Die reden in hun tijdvak nochtans aanmerkelijk veel meer wedstrijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten