Learco GUERRA
het miskende campionissimo
Vandaag is het 58 jaar geleden dat Learco Guerra al op zijn 61ste aan de ziekte van Parkinson overleed.
Learco wie? Guerra! Ondanks een palmares om u tegen te zeggen wordt hij nooit in één adem vernoemd met zijn illustere landgenoten Gino Bartali, Alfredo Binda, Fausto Coppi, Felice Gimondi, Costante Girardengo, Francesco Moser, … Een onrecht want Learco kan een uitpuilend portfolio uitrollen.
Learco was een ultralate roeping. Als metserdiender voetbalde hij eerst. Toen hij zonder werk viel, besloot hij op zijn 26ste coureur te worden. Hij werd meteen kampioen van Italië en hij zou die titel, ondanks concullega’s als Costante Girardengo en Gino Bartali, viermaal op een rij verlengen.
Hij won bovenal Milano-Sanremo 1933, de Giro 1934 (waarin hij tien van de zeventien ritten won en het toch maar nipt haalde van Francesco Camusso omdat hij niet de beste klimmer was) en de Giro di Lombardia 1934.
Tussen tweede plaatsen in 1930 (Alfredo Binda) en in 1934 (Karel Kaers) door kwam hij in 1931 in het bezit van de regenboogtrui. Een bizarre editie want een tijdrit van … 170 km. in København, waartoe zich slechts zeventien renners geroepen voelden. Learco Guerrawon en deed er op een winderig parcours bijna vijf uur over om de Fransman Ferdinand Le Drogo (+4’37”), de Zwitser Albert Büchi (+4’48”), Fabio Battesini (+5’57”), de Oostenrijker Max Bulla (+6’23”), titelverdediger Alfredo Binda (+8’42”), Gaston Rebry(+10’), Jules Van Hevel (+13’48”), Maurice Dewaele (+14’21”), … vèr achter zich te houden.
Opmerkelijk was dat de 29-jarige Deen Henry-Peter Hansen in het aansluitende WK voor amateurs over dezelfde afstand 2’50” minder deed dan Guerra. Zelfs indien de wind meer dan wat was gaan liggen dan nog is dit een straffe prestatie waarmee hij overigens niet aan zijn proefstuk was want op de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam had hij de individuele tijdrit (over 168 km.) gewonnen.
Marathontijdritten waren in de eerste helft van de vorige eeuw niet ongebruikelijk. Zo won Raymond Impanis in 1947 de langste tijdrit uit de Tourgeschiedenis over 140 km. tussen Vannes en Saint-Brieuc
De Giro was, hoewel hij die ‘slechts’ één keer won maar waarin hij wel 31 dagzeges behaalde, zijn lavoro della vita (levenswerk). De eerste ritzege was een absolute voltreffer: hij behaalde die in 1930 in eigen Mantua en kreeg er de allereerste maglia rosa over de schouders getrokken.
In de Tour bleef het bij tweede plaatsen in 1930 (na André Leducq -14’13”) en in 1933 (Georges Speicher -4’01”). Drie respectievelijk vijf dagzeges gaven er extra glans aan.
Tekenend voor zijn veelzijdigheid was dat hij in 1935 de zesdaagse van Antwerpen won met de nobele onbekende Adolphe Van Nevele (Anderlecht) als sidekick.
De locomotief van Mantua had meer Adonisgehalte dan de andere campionissimi.
Na zijn aktieve carrière, die hij onnodig tot zijn 42ste rekte, lanceerde hij een fietsenmerk waarmee hij van 1949 tot en met 1959 cosponsor werd van Ursus (wielen en andere onderdelen) en van Faema (espressomachines).
Het leverde hem met Hugo Koblet (1950) en met Charly Gaul (1956 en 1958) vooral twee overwinningen in de Giro op. Ook Rik Van Looy was een voorname eyecatcher om zijn fietsen aan te prijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten