zondag 14 februari 2021

Valentijnsdag vijftig jaar geleden …

 

Eric VERMEEREN ontviel ons een maand en een dag vòòr zijn illustere vriend Jempi MONSERE

 

Op een donkere zondagavond in november 1970 had ik het grote genoegen deelachtig te zijn aan een sportavond in het ‘Breughelhof’ van Olsene, het bastion van local hero Eric Vermeeren die in 1971 aan zijn laatste maanden als liefhebber zou beginnen alvorens als beroepsrenner de zijde te kiezen van wereldkampioen Jean-Pierre Monseré. Het was die dag al zijn vijfde rendez-vous met zijn supporters. Het werd een dolle beklijvende nocturne, die nog aan terugwerkende kracht zou winnen op 14 februari en 15 maart 1971.

 

Zondagmorgen 14 februari 1971: ik doe een telefoontje met de jongste broer van mijn papa, Etienne Callens, de toenmalige uitbater van het Zultse café “Whip”, en een notoire fan van Eric Vermeeren. Tijdens ons gesprek hoorden we een ambulance passeren. Het middagnieuws meldde het verongelukken van Eric. Het was voor hem dat die ambulance (tevergeefs) langskwam. 

 

Jean-Pierre Monseré, die ’s anderendaags aan zijn triomftocht in de Vuelta a Andalucia zou beginnen, was aangeslagen maar zette, met het beeld van Eric voor ogen, zijn verdriet in adrenaline om. Een maand en een dag later was het Jempi's beurt om Vlaanderen in een nog algemenere rouw te dompelen.

 

Ach Eric Vermeeren, een megatalent! Staf Polyn, één van zijn strafste supporters, wist dat het best in kaart te brengen. Eric won volgens zijn telling 136 van zijn 462 koersen (of 29,44%): 4 in 1964, 21 in 1965, 34 in 1966, 33 in 1967, 33 in 1968, 11 in 1970. 1969 was een sabbatjaar omdat hij als milicien weinig faciliteiten genoot. De allermooiste uit die lange succesreeks was het kampioenschap van België op 15 juli 1967 in Meerbeke, waar Eric het haalde van wijlen Jos Abelshausen, Georges Claes, Ronny De Bisschop, … Kamiel Van Linden volgde hem in Aubel 1968 op en was zowat de enige die Eric ontzag inboezemde en die dat jaar 74 overwinningen behaalde. Kamiel werd in die dagen tot Rik III omgedoopt, een epitheton dat eigenlijk meer Vermeeren toekwam want die noemde effectief (E)ric en op de supporterspetjes stond ‘Rik Vermeeren’.

 

Het mocht allemaal niet zijn. Al wie Eric Vermeeren gekend heeft moest het doen met herinneringen en hypothesen van wat het had kunnen worden. In dat verband lees ik in Het Laatste Nieuws van 3 februari 2001 van de vaardige hand van Hans Fruyt een fraaie remembrance waarin onder meer te lezen stond hoe zijn vader George in 1976 de moed vatte om Nokere Koerse bij te wonen. Hij ontmoette er Berten (vader van Patrick) Sercu. Walter Planckaert had kort voordien de Ronde van Vlaanderen en Marc Demeyer net Paris-Roubaix gewonnen. Berten richtte zich tot George met de retorische vraag “Hoe groot waren die mannen tegenover Eric?”. En toen viel er een loden stilte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten