MICHEL en FREDDY vandaag jarig ...
De Spic&Span van de koers
Aan wat kun je Michel en Freddy beter vergelijken dan aan Spic&Span, een wereldmerk van allesreinigers voor huishoudelijk gebruik dat vanaf 1933 op de markt werd gebracht?
Spic&Span betekent zoiets als: uiterst schoon, netjes opgeruimd, proper en zo goed als nieuw. Als iets spic en span is, ziet het er weer helemaal netjes en schoon uit.
Zo verliep ook de entente tussen Michel Spic en Freddy Span tijdens de koersen der zeventiger jaren van vorige eeuw: inpalmen en glans geven. Op deze 13 februari werden ze 70 respectievelijk 69 jaar. Ze zijn, in Nieuwpoort respectievelijk Rumbeke wonend, niet meer onafscheidelijk maar onderhouden nog altijd goede contacten. Vijftig jaar geleden maakten ze mekaar beter tijdens hun Spartaanse winters die ze vaak in de duinen doorbrachten.
Michel maakte een vrij moeilijk debuut waarin aanklampen zijn hoogste goed was maar zijn doorzetting bracht ook hem waar hij wilde zijn vanaf 1969 toen hij als tweedejaarsjunior zeventien keer won en een meervoud aan dichte ereplaatsen behaalde. Freddy stond er vanaf het Criterium van de Westhoek en telde binnen de kortste keren meer dan honderd overwinningen.
Briek Schotte zag het niet in Michel die, hoewel een jaar ouder, een half jaar langer in de wachtkamer van de beroepscategorie moest zittenblijven. De jongere Freddy had er in 1973 een spraakmakende lente op zitten terwijl Michel alles won bij de liefhebbers, zodat ook hij door boss Paul Claeys incontournable werd bevonden en zich mocht bewijzen in de Tour de Romandie. Hij hielp er zijn kompaan Wilfried David aan de eindzege en werd zelf derde, waarmee hij een eerste selectie voor de Tour afdwong.
Freddy Maertens zou met de Tour nog twee jaar mee wachten, hij mocht zich eerst waarmaken in de klassiekers, die aan Michel minder besteed waren.
Je ontkwam niet aan de indruk dat 'men' Michel en Freddy bewust wat uit mekaar wilde houden. Dat veranderde toen ze in 1976 eindelijk samen naar de Tour trokken. Michel had daar al fikse stappen gezet: Eddy Merckx geklopt in de tijdrit van Orléans in 1974, vòòr de neus van diezelfde Eddy de bergrit gewonnen van Albi naar Super Lioran in 1975 en zevende geworden in het klassement.
Michel Pollentier leek in zijn vierde Tour de evidente kopman maar dat was zonder de waard-Maertens gerekend die in zijn wonderjaar ook de Tour naar zich toetrok. Behalve sprinten won Freddy ook tijdritten (-21” in de proloog en -1’37” in de 37 km. van Le Touquet) waarmee hij zich intrinsiek als de betere van Michel profileerde en almaar afgetekender in het bezit kwam van le maillot jaune die met hand en tand verdedigd werd, ook door Michel Pollentier wiens hand- en spandiensten een eigen dagzege (Pau-Fleurance) en een goed klassement (zevende met een kwartier meer dan eindwinnaar Lucien Van Impe) niet in de weg stonden. Freddy klasseerde zich (+70”) net achter hem na het behalen van acht (!) dagzeges en de groene trui.
Wanneer Freddy zeven weken later in Ostuni op grandioze wijze wereldkampioen werd, was Michel part of the deal. Weer zeven weken later zetten ze de kroon op de kurk van hun grand cru in de Trofeo Baracchi, een koppeltijdrit van ... 95 km. waarover ze aan ruim 48 km./u. liefst 2’12” minder deden dan het illustere duo Francesco Moser -Roy Schuiten.
Freddy manifesteerde zich in 1977, met behalve Michel ook met Marc Demeyer in steun, als een waardige wereldkampioen met vooral winst in de Omloop ‘Het Volk’, Paris-Nice, de Setmana-Catalana en eigenlijk ook de Ronde van Vlaanderen (waarin hij Roger De Vlaeminck op sleeptouw nam). Ook in Paris-Roubaix (derde) en Liège-Bastogne-Liège (vijfde) lukte het net niet, waarop de rode garde zich revancheerde in de schrale Vuelta, waarin eindwinnaar Freddy dertien (!) en Michel één van de negentien ritten wonnen. Dit scenario herhaalde zich half in de Giro, waarin Freddy op weg was naar een 'acht op tien' tot hij en Rik Van Linden clashten. Freddy was ‘out’ en de anderen konden zich vinden in een ‘samen uit, samen thuis’ maar niet cosponsor Latina. Marc Demeyer behaalde twee dagzeges en Michel Pollentier werd eindwinnaar. De assistkoningen waren afwerkers geworden en het trio boette aan coherentie in. Toen Freddy op de slotdag naar Milano kwam om Michel te feliciteren werd dat (vooral door Lomme Driessens) verkeerd begrepen. De bijgestelde hierarchie werd geaccentueerd toen Michel aansluitend ook de Tour de Suisse won en in Yvoir het kampioenschap van België werd.
Tussen de twee zonen van de Westhoek zou het nooit meer worden zoals het geweest was. Freddy kwam matig uit de hoek tijdens de lente van 1978 en zag met lede ogen aan hoe Michel zijn eigen kans ging in de Ronde van Vlaanderen maar er de veel snellere Walter Godefroot niet uit zijn spoor kreeg. In de Tour leek de oldskool pikorde zich te herstellen met twee dagzeges en de groene trui voor Freddy. Michel focuste zich na zijn zege in het Critérium du Dauphiné op de gele trui die hij na eclatante dagwinst op L’Alpe d’Huez veroverde maar slechts enkele uren mocht koesteren.
Daarrond ontstond nogal wat commotie. Michel voelde zich niet langer geborgen in de schoot van Flandria en verkaste opeenvolgend naar Splendor, Vermeer-Thijs en Safir. Hij haalde tweemaal het eindpodium van de Vuelta maar gaf in de Tour driemaal op. Niet daarvoor was hij renner gebleven wel om in 1980 de Ronde van Vlaanderen te winnen. Hij reed er in de aanval met Franceco Moser en Jan Raas die mekaar neutraliseerden. Het viel Michel te beurt terwijl Freddy door een diepe persoonlijke waadde tot hij door good old Lomme Driessens heropgevist werd om in 1981 eerst vijf ritten te winnen in de Tour en vervolgens in Praag een tweede keer wereldkampioen te worden.
De twee antagonisten illustreerden het ook zonder mekaar te kunnen en hadden dat na 1976 of ten laatste na 1977 onder ogen moeten zien om in Italiaanse loondienst te koersen zoals Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck wijselijk wel deden na drie inloopjaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten