zondag 20 maart 2022

Er zijn ergere mispoezen dan 

Matej MOHORIč

 

Niet Tadej Pogačar noch Wout van Aert heeft de 113de Milano-Sanremo gewonnen. Topfavoriet zijn is één, winnen twéé! En maar goed ook, anders moest men de koers niet meer rijden en de uitslag opmaken op basis van de kansenberekeningen. Matej Mohorič won in hun plaats. Hij zal geen dissonant zijn op het palmares van de Sint-Jozefsklassieker maar al evenmin een sieraad zoals (in alfabetische orde) Gino Bartali, Fausto Coppi, Roger De Vlaeminck, Costante Girardengo, Eddy Merckx en nog enkele anderen. 

En dat men nu niet komt aandraven dat de derde Sloveen het louter te danken heeft aan een technisch snufje, waarbij ik mij wel afvraag hoe zijn fiets met dat extra bedieningsknopje door de technische controle geraakte. Of worden de vehikels misschien niet meer gecontroleerd op mechanische doping? Ik durf er bijna op wedden dat men de dropper post in de toekomst verbiedt want getuigt Sven Nys

"In het mountainbiken kan een renner nadat hij het zadel liet zakken er diep aan hangen om het zwaartepunt te verlagen. Daarna kan hij vlot terug op hun zadel dat niet meer in de weg zit. Zo kan hij meer risico's nemen en wendbaarder zijn tijdens steile afdalingen."

Overigens: alles wat toegelaten is, is niet verboden. Zeggen dat Matej Mohorič daardoor heeft gewonnen is een beetje blasfemisch. Ze hadden hem maar moeten kwijtspelen in de 295 km. die eraan voorafgingen. Wie niet de bèste is, mag de slimstezijn. De andere medevluchters hadden dat niet door en neutraliseerden liever mekaar. Pogačarvan Aert noch van der Poel dachten eraan om, zoals gebruikelijk een handlanger onder de arm te nemen om het zaakje onder controle te krijgen en te verhinderen dat er zich ééntje uit de omknelling losmaakte. Mohorič had voor de omgekeerde move wel zo’n iemand, geen kompaan maar zijn landgenoot Tadej die besefte dat hij zelf niet kon winnen en dus een gaatje liet vallen. De aanpak van Mathieu en Wout deed terugdenken aan Gent-Wevelgem 2020, waarin ze mekaar de overwinning niet gunden, zoals nu weer, al maakten ze er dit keer geen ruzie over. Zelfs Anthony Turgis, die zijn status van subtopper versterkte, kon van het uitgedunde gezelschap wegrijden en naar de dichtste ereplaats ijlen, waarbij hij  zelfs nog Mohorič nog in verlegenheid bracht.

Dat Matej niet Paris-Nice noch Tirreno-Adriatico reed als voorbereiding maakt van hem een atypische winnaar zoals Francesco Moser in 1984 die toen enkel Milano-Torino had gereden. 

Ha die Matej Mohorič, de dubbele tiener-wereldkampioen. In 2012 werd hij, zes dagen nadat hij (+7”) in de tijdrit tweede werd na de onbekend gebleven Zweed Oskar Svendsen, in Valkenburg (vòòr …. Caleb Ewan in de massaspurt) de kampioen van de wereld van één namiddag en dat herhaalde hij het jaar daarop als neo-belofte in Firenze, waar hij vooral Louis Meintjes en andermaal Caleb Ewan afhield.

Als contractrenner leek hij, zoals zijn meeste voorgangers, eerder een meteoor dan een rijzende ster. Zijn mutatie naar UAE Team Emirates zorgde voor een stroomversellingen toch keerde hij na één seizoen terug naar Merida dat zich inmiddels aan Bahrain gelinkt had. 

Matej werd gaandeweg de coureur die men in hem zag en die een dagzege behaalde in de langste ritten van de Vuelta 2017, de Giro 2018 en de Tour 2021 (de langste rit van de 21ste eeuw). Niet te verwonderen dus dat de langste klassieker eveneens zijn ding is, al eindigde hij er niet dichter in dan de 11de plaats in 2021.  

Matej won in 2018 én de BinckBank én de Deutschland Tour maar is hoegenaamd geen klassementsrenner. Indien hij het al zou zijn dan nog zou hij zich geen drie weken kunnen focussen op de eerste lijn van het peloton. Hij houdt het liever bij flitsen en in die hoedanigheid zien we hem nog wel vaker terug want op zijn 27ste is hij amper aan zijn oogstjaren begonnen. Wereldkampioen worden (dit jaar al in Wollongong?) met Tadej Pogačar en Primož Roglič in steun indien ze zelf niet kunnen winnen is een volgend haalbaar objectief.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten