zaterdag 18 januari 2020

Drie Nederlandse toptalenten 
met een uiteenlopend lot in 2019

Nederland bleef, inzake de aanvoer van jong wielertalent, als Lage Land niet achter ten opzichte van Vlaanderen.
Het had in 2019 zelfs de wereldkampioen bij de beloften in de rangen: Nils Eekhoff werd, drie dagen na zijn zevende plaats in de tijdrit, wereldkampioen op de weg, maar mocht zijn oververdiende regenboogtrui zelfs niet afhalen omdat hij té langen té manifest beschutting had gezocht achter de Nederlandse volgwagen  om na een val in het peloton terug te keren. Er werd terecht “moord en brand” geschreeuwd maar de koersjury bleef bij zijn hardvochtige beslissing. Toch zal ik Nils Eekhoff voor eens en voor altijd in de armen sluiten als dé wereldkampioen der beloften van 2019. 

Nils’ beproeving verging evenwel in het niet in vergelijking met wat zijn twee jaar jongere landgenoot Edo Maas negen dagen later in de Piccolo Giro di Lombardia overkwam. In de afdaling van de befaamde Madonna del Ghisallo wilde hij na materiaalpech in het peloton terugkeren. Uit een zijweg doemde plots een auto op die Edo, aan zeventig per uur, niet meer kon ontwijken. Hij liep een complete dwarslaesie T6 en T7 (= een onderbreking van de zenuwbanen die in het ruggemerg lopen) op en is vanaf het borstbeen onomkeerbaar verlamd. Daar sta je dan: van het ene moment op het andere ben je invalide in plaats van topbelofte. Het mag zelfs al een wonder heten dat hij half januari, met behulp van een bionisch pak, de eerste stapjes kon zetten. Edo is vooral in Harelbeke geen onbekende. Hij stond er tweemaal op het podium van de E3: als winnaar in 2017 en als derde in 2018. 

Zo héél véél beter af is Enzo Leijnse, de jongste van de drie en woonachtig in Amstelveen. Net als eerder Nils Eekhoff en Edo Maas maakt hij vanaf 2020 deel uit van Development Team Sunweb, dat op stichtende wijze met alles erop en eraan (tot een appartementencomplex in Sittard toe) inzet op de jeugd. Enzo breit geen vervolg aan zijn Havo in het Keizer Karel College, tenzij op termijn een technische opleiding. Hij combineert de baan (diverse Nederlandse titels) en de weg. Als tweedejaarsjunior legde hij uitstekende resultaten voor, niet in het minst in de diverse kampioenschappen: tweede (na Lars Boven) in het NK tijdrijden in Emmen, derde in de tijd- en vierde in de wegrit van het NK in Alkmaar, tweede in de tijd- en vierde in de wegrit van het WK in Harrogate. Tussendoor had hij zich vooral onderscheiden in Zwitserse rittenkoersen: zesde in de Tour du Pays de Vaud en vierde in de G.P. Rüebliland. In de Lage Landen was hij minder aan zet, al won hij in eigen land de Omloop van Noord-West Overijssel en de Zuidezeeronde. Hij vertoont nogal wat gelijkenissen met Tom Dumoulin.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten