woensdag 8 januari 2020

Sander Inion 
from zero to hero

Sander Inion? Sander wie? … klonk het nog in de herfst van 2018! Inion?! Nooit van gehoord! Daar had hij die voorgaande maanden al een beetje verandering in gebracht, als tijdrijder nog wel! Het was allemaal nog vrij bescheiden: met een tiende plaats in de tijdrit van de West-Vlaanderen Cycling Tour en een negentiende in de Memorial Igor Decraene in Waregem. Tussendoor werd hij ook een aardige vierde plaats in het verre Agrimont (Namen).


In 2019 mocht het wat meer zijn en dat werd het ook, véél méér zelfs met als bijsluiter “wat goed is, kwam ook in zijn geval snel”.
Een prille overwinning in Sint-Maria-Lierde zette de toon. Hij vloerde er meer dan honderd mededingers, onder wie tenoren als Michiel LambrechtNoah Detalle (de aanstaande kampioen van België tijdrijden) en Dries Verstappen (de aanstaande eindwinnaar van de Topcompetitie). Het was zijn aansluiting met de bovenlaag van het bouwjaar 2003. Daar bleef het niet bij. Als de West-Vlaamse vice-kampioen werd hij zesde in het kampioenschap van België tijdrijden in Sint-Lievens-Houtem. Verder viel het op hoe hij van de hoogtemeters almaar meer natuurlijke bondgenoten maakte: op een zevende plaats in Vezin volgden dichte ereplaatsen na de kwikzilveren Noah Detalle) in de Tour de la Basse Meuse, waar hij drie keer in twee dagen op het podium werd geroepen. Na de examens (economische wetenschappen in het Atheneum Brugge) deed hij meteen weer mee voor de overwinning, die hij in Poeke effectief behaalde en bijna ook in het bloedhete Lichtervelde en in de Wapi Classic de Frasnes-lez-Buissenal, een manche in de Beker van België. Zelfs in het kampioenschap van België in Lendelede, op een parcours dat hoegenaamd niet het zijne was, trok Sander als negende aardig zijn streng, zo ook als achtste in de Ardennenkoers van Vresse-sur-Semois. Ook meerdaagse inspanningen bleken aan hem besteed want na La Basse Meuse scoorde hij ook in de Ibyt Tour en in de West-Vlaanderen Tour. En op de Boigneberg van Maarke-Kerkem wist hij grootmeester Cian Uijtdebroeks het dichtst te benaderen.
Waar het mooie schip van Sander Inion uiteindelijk aanmeert, is nog lang niet aan de orde. Ook voor hem zal de weg lang én hobbelig zijn. Zijn trekkend voorbeeld is Yves Lampaert, in wie hij wat van zichzelf herkent.
2020 kondigt zich alvast veelbelovend aan. In het Canguru QTS Air College c.t. onder de bezielende leiding van Rik Devoogdt komt hij ideaal terecht. Bovendien is hij opgenomen in de nationale kern van bondscoach Carlo Bomans.
Het doet de hoofden van de Inions nièt op hol slaan.
“2020 zal geslaagd zijn indien Sander van brute pech gespaard blijft en zich dus overal kan weren”, zeggen zijn ouders in koor, “en overgeslaagd indien hij één keer in de nationale kleuren mag koersen en dat het liefst in Paris-Roubaix. Als éérstejaars zal er nog meer rek op zitten richting 2021.” 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten