maandag 27 januari 2020

Vandaag 67 jaar: 
eerste dagwinnaar en roze trui der Giro 1974  

Schalkse Wilfried Reybrouck: 
ééndagsvlieg zonder spijt

Donderdagnamiddag 16 mei 1974, ver-Assebroek (Brugge): Rony Vanmarcke behaalde er één van zijn zeldzame overwinningen met driekwart minuut voorsprong op Freddy Maertens en de Fransman Jean-Louis (jongere broer van Jean-Pierre) Danguillaume
Veel meer spraakmakend was wat zich als een lopend vuurtje verspreidde: 1700 kilometer daarvandaan, in Formia (Zuid-Italië, regio Lazio) had Wilfried Reybrouck de openingsrit van de 57ste Giro gewonnen. In een massaspurt haalde hij het van Roger De Vlaeminck, Marino Basso, Enrico Paolini, Patrick Sercu,... Hij werd gehuldigd als dagwinnaar én als eerste rozetruidrager. 
Zijn elf jaar oudere broer Guido had het allang van tevoren voorspeld. 
- “Hij geloofde veel meer in mij dan ikzelf”, geeft Wilfried ootmoedig toe. “Hoewel hij zelf katterap was, kon hij maar niet zwijgen over mijn explosiviteit die op een dag dat alles in de juiste plooi viel, voluit zou renderen.”
Guido deed er dan ook alles aan om zijn broertje in de koers te houden en sprak zijn vele relaties in Italië daarover aan.
- “Op een blauwe maandag zat ik in een Moerkerks café te manillen toen Guido daar plots binnenstormde”, vertelt Wilfried. “Was er iets ergs gebeurd? Néén, hij had een telefoontje uit Italië gekregen dat er voor mij en voor Eric Serlet een plaatsje was vrijgehouden bij Filcas. Ik wist niet wat me overkwam want geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht om beroepsrenner te worden.”
Wilfried Reybrouck was amper 21 jaar en nam een ultrakorte aanloop naar zijn vuurdoop in één van de drie grote ronden.
- “Zelfs in de Giro della Puglia, mijn enige voorbereidingskoers, liep het grondig fout”, zucht Wilfried. “Ik kwam tijdens de derde rit zwaar ten val en kon met een gescheurd oor niet verder. En dàt luttele dagen voor de start van de Giro. Maar aangevuurd door Guido vermande ik me en stond aan de start in Vaticaanstad. De hele sfeer inspireerde mij om er het beste van te maken. Onderweg had Roger De Vlaeminck mij gejend met: wat kom jij hier doen? Door zoveel dedain werd ik extra geprikkeld. Ik kon mij ondanks het gewriemel op de voorste rijen handhaven en versloeg his airness met miniem verschil. Het lachen verging hem. Brooklyn had Roger een duizelingwekkende premie beloofd indien hij de eerste dagzege behaalde en de roze trui veroverde.”
- “‘s Anderendaags deed ik meer dan overleven”, vervolgt Wilfried. “Vanuit het wiel van Franco Bitossi had ik de ideale uitgangspositie om opnieuw toe te slaan maar Ercole Gualazzini en een andere Brooklyner hingen aan mijn broek zodat ik quasi stilviel, anders zou ik er opnieuw dicht bij geweest zijn. De derde dag was er teveel aan.”
- “Fiete werd door ploegleider Remigio Zanatta en de maats in de steek gelaten”, zegt Guido daarvan, “Enkel Serletje ontfermde zich over hem, anders houdt hij het langer vol en wint hij allicht nog een etappe. Zijn opgave brak de veer en deed hem verkeerdelijk besluiten dat het professionele wielrennen niet aan hem besteed was.”

Wilfried bleef weliswaar koersen maar nog steeds niet fanatiek genoeg. Hij brak nog één keer uit als winnaar van de derde rit der Ronde van Nederland 1975.
- “In Vlijmen haalde ik het van Donald Allan, Gerben Karstens en Frans Verbeeck”, memoreert Wilfried. “Die overwinning heb ik bewuster beleefd. Ik wist dat ik de vlugste was en genoot al onderweg terwijl mijn triomf in Formia meer een orgasme was.”
1975 was een best aardig jaar voor de Moerkerkse Pallieter met tweede plaatsen in de Trofeo Luis Puig, Valencia, de Kustpijl van Knokke-Heist,...
- “Maar zelfs dat kon er mij niet toe bewegen om er alles voor te doen”, bekent Wilfried. “Guido kon zich daar bijzonder druk over maken. Toch heb ik er zelf niet de minste spijt van dat het gelopen is zoals het liep. Ik had de koers niet nodig om gelukkig te zijn.” 
Fiete zou nog één keer winnen, de Maaslandse Pijl 1978 te Kotem-Boorsem, waar hij  het haalde van de Nederlandse vluggerd Fons van Katwijk. Daarna werd hij ploegleider in de teams van zijn broer maar ook dàt was nièt dé job van zijn leven. 
- “Ik was liever opstarter in de haven van Zeebrugge: fonkelnieuwe wagens van boord halen en ermee naar een grote parking rijden. Een saaie maar goedbetaalde job, waarvoor ik niets hoefde te laten buiten de uren. En dat was voor mij de beste verloning die ik mij kon indenken.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten