zaterdag 11 januari 2020

Hij wordt vandaag 80 jaar …

Franco Balmanion
miskende campionissimo

Voor de troonsopvolging van Fausto Coppi leek hij verder te kunnen komen dan Ercole Baldini en Gastone Nencini. Hij was amper tweeëntwintig jaar toen hij in 1962 de Giro een eerste keer won, wat hij het jaar daarop herhaalde. Toch werd hij niet uitbundig bejubeld omdat hij te afwachtend koerste en er genoegen mee nam om met de besten mee te schuiven. Misschien kon hij gewoon niet beter. Zijn beperkingen werden vooral in kaart gebracht door het tijdrijden. Zo gaf hij in 1963, ondanks de stimulans van la maglia rosa, in de 56 km. tijdrit van Treviso 3’50” (hetzij ruim vier seconden per kilometer) toe aan Vittorio Adorni. Dat kon Balmanion in de kroonrit van Belluno naar Moena rechtzetten. Het was zijn goed recht om er op zijn manier uit te halen wat er voor hem inzat. Daardoor behaalde hij geen enkele dagzege, die nochtans al in beeld kwam op zijn allereerste dag in de Giro van 1961: de openingsrit van en naar Torino ontsnapte hij met Aurelio CestariArnaldo Pambianco (de aanstaande eindwinnaar) maar helaas ook Miguel Poblet, de Spaanse bolide tegen wie hij kansloos was in de spurt.
Balmanion zakte na zijn dubbelslag geleidelijk weg maar in 1967 was hij helemaal terug met zowel in de Giro (tweede) als in de Tour (derde) een podium. In die Giro maakte hij deel uit van de monstercoalitie die Jacques Anquetil van zijn sokkel stootte ten voordele van Felice Gimondi, die de absolute numero uno van het Italiaanse ciclismo was geworden. Franco had zijn steentje bijgedragen tot die putsch en mocht ter compensatie op het parcours van de Giro di Toscana kampioen van Italië worden. Hij nam 3’30” voorsprong op de eerste achtervolgers onder wie Vittorio Adorni, Michele Dancelli, Felice Gimondi, Gianni Motta, …
Het was één van de zeldzame keren dat Franco won na Milano-Torino 1962, de Giro dell'Appennino 1962 en het Kampioenschap van Zürich 1963. Toch verraste hij met een podiumplaats in Milano-Sanremo 1965. Hij achterhaalde en overstak Gianni Motta na de Capo Berta. Vittorio Adorni (de aanstaande winnaar van de Giro) sloot bij hem aan maar de twee Azzuri keken mekaar dermate het wit uit de ogen dat de weinig beslagen Nederlander Arie den Hartog zich aan de voet van de Poggio bij hen voegde en bleef alvorens hen te ringeloren op de via Roma. Balmanion werd veeleer verwacht in de Giro di Lombardia maar die viel voor hem te laat op het seizoen, zelfs voor het wereldkampioenschap (toen nog in augustus) kon hij zich niet opladen. 
Ook in een nazomer laat staan een herfst van zijn carrière had Franco weinig zin. Op zijn 29ste was het meeste vet van zijn soep en in 1971 nam hij zowel in de Giro als in de Tour afscheid met een vervroegde uitstap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten