donderdag 16 januari 2020

Met een vrij interessante bezetting …

Tour Down Under 
lanceert World Tour 2020

Tour Down Under is van 21 tot en met 26 januari aan zijn 22ste editie toe en opent ook al voor de tiende keer de World Tour. 
Het wordt géén eitje want het parcours bulkt van de hoogtemeters. Enkel de eerste en de derde etappe wenken de bolides (Sam Bennett, Caleb Ewan, André Greipel, Kristoff Halversen, Jürgen Roelandts, Elia Viviani,…..). Voor de eindzege komen zij niet in aanmerking zoals wel Romain Bardet, George Bennett, Rohan Dennis, Ben Hermans, Richie Porte, Luis Léon Sanchez, Diego Ulissi, Simon Yates, Dylan van Baarle en last but not least Daryl Impey, de winnaar van 2018 en 2019. Wereldkampioen Mads Pedersen hangt er als eyecatcher tussen om  zijn regenboogtrui met een dagzege kracht bij te zetten. Dat zal dan allicht niet in de slotrit naar Willunga Hill, de speeltuin van Richie Porte, die daar al zesmaal op een rij won. De derde eindigt op de slotklim naar Paracombe. Een tijdrit staat er helaas weer niet tussen en dat is dan vooral jammer voor Rohan Dennis (al werd die op 8 januari voor de Australische titel - net als in 2013 en in 2019 - geklopt door Luke Durbridge) en Mikkel Bjerg, de wereldkampioenen in deze discipline.
André Greipel is met 18 dagzeges en de eindoverwinning in 2008 en 2010 de kroonfiguur van deze rittenkoers.
De Belgische voetafdruk is vrij bescheiden: géén eindoverwinning en amper drie dagzeges (Philippe Gilbert in 2004, Steven Caethoven en Pieter Ghyllebert in 2007).
NOGAL WAT RONKENDE NAMEN 
Behalve Tour Down Under telt Australië nog een tweede manche in de World Tour: de Cadel Evans Race op 2 februari. Inzake coureurs is het rijker af. Ron Murray was de pionier in 1959 met een verdienstelijke vijftiende plaats op het wereldkampioenschap in Zandvoort. Men zag meteen brood in de 22-jarige Tasmaniër, die in 1960 voor Wiel’s-Flandria en in 1961 voor Groene Leeuw uitkwam. Hij keerde evenwel gauw naar zijn continent terug. Het volgende curiosum Donald Allan, die in 1975 een dagzege behaalde in de Vuelta en negende werd in het wereldkampioenschap 1976 in Ostuni. Daarna onderscheidde hij zich in 71 zesdaagsen, waarvan hij er vijftien won, vooral met Danny Clark die - na Patrick Sercu (88) - de meeste zesdaagsen (74) won. Diens eerste hoogstandje was Olympisch zilver op de kilometer in München 1972, waar hij enkel voor de Deen Niels Fredborg met "43 moest onderdoen.
Phil Anderson brak de ban helemaal. Hij won de Amstel Gold Race 1983 en haalde het podium in Vlaanderen, Liège-Bastogne-Liège en in Lombardia; werd zevende in de Giro en tweemaal vijfde in de Tour. In beide grote ronden behaalde hij twee dagzeges. Skippy leek voor altijd de beste Australische coureur te blijven maar Cadel Evans oversteeg hem. Onhebbelijke Cuddles won de twee voornaamste koersen: het wereldkampioenschap in Mendrisio 2009 en de Tour in 2011. Hij werd ook derde in de Vuelta 2009 en in de Giro 2013. 
Andere metronomen waren Matthew Goss (Milano-Sanremo 2011 en dat jaar ook vice-wereldkampioen), Simon Gerrans (winnaar Liège-Bastogne-Liège 2014 en dat jaar eveneens vice-wereldkampioen) en Matthew Hayman (die Tom Boonen in 2016 van een recordzege hield in Paris-Roubaix). Aan Michael Matthews, de wereldkampioen der beloften in 2010, om bij hen aan te sluiten na een resem dichte ereplaatsen. 
En dan was er nog Robbie McEwen, de gedrongen bolide die een negen dagzeges behaalde in de Giro en een dozijn in de Tour. Robbie zou in 2002 wereldkampioen zijn geworden indien Mario Cipollini in Zolder niet door de Italiaanse squadra niet over de finish had getild. Caleb Ewan is zijn opvolger. Op zijn 25ste behaalde hij zowel in de Giro als in de Tour al drie dagzeges en één in de Vuelta. Met een tweede plaats in Milano-Sanremo 2018 deed hij beter dan McEwen als vierde in 2007. Globaal beter doen dan Robbie wordt moeilijk maar Caleb zal er niet ver van af zijn.
Ook inzake hardrijders geen tekort. Michael Rogers scoorde vanaf 2003 een loepzuivere hattrick in het WK tijdrijden. Rohan Dennis heeft hem inmiddels overtroffen: wereldkampioen in Innsbruck 2018 en in Harrogate 2019 na evenveel titels in het ploegentijdrijden (Ponferrada 2014 en Richmond 2015). 
Er is ook nog de allrounder Richie Porte die helaas niet uitmunt in rijvaardigheid, wat hem toch niet belette om Paris-Nice 2013 en 2015, Catalunya 2015, Romandië 2017 en Zwitserland 2018 te winnen en zevende te worden in de Giro 2010 en vijfde in de Tour 2016. 
In mindere mate waren er ook Baden Cooke, Allan Davis, Bradley McGee, Stuart O’Grady, Alan Peiper, Scott Sunderland,…
Australië mag zich tot één van de betere niet traditionele wielerlanden rekenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten