vrijdag 12 november 2021

105de Giro d’ Italia 

òòk hoe zwààrder hoe liever

 

De 105de Giro d’Italia steekt de 109de Tour de France inzake lastigheidsgraad naar de kroon, of wat had je anders verwacht?!

Om het smeer likt RCS Sport de Hongaarse kandeleer, zoals ASO doet met de Deense. De Grande Partenza situeert zich om en rond het wondermooie Budapest, waar evenwel een weinig origineel menu van drie gangen wordt geserveerd: twee sprintetappes verbonden door een korte tijdrit.

Reeds daags na de aansluitende eerste rustdag haalt men meteen het grof geschut boven op Sicilia met 3590 hoogtemeters van Avola naar Rifugio Sapienza, op de steile hellingen van de Etna.

De eerste week sluit af met de Apennijnen, de 187 km. tussen Isernia en de Blockhaus waar Nairo Quintana in 2017 won, exact vijftig jaar na de 22-jarige Giro-debutant Eddy Merckx

Op het einde van de tweede week is er de derde loodzware bergrit in de Alpe Piemontese van Rivarolo Canavese naar Cogne (177 km) met het drieluik Pila-les-Fleurs - Verrogne - Cogne voor de kiezen. Ruim de helft van de laatste 80 km. gaan steil naar omhoog.

Bovenal is er de koninginnenrit over Mortirolo die daags na de derde rustdag start in Salo (waar Jean Stablinski zestig jaar geleden wereldkampioen werd) aan de oevers van het Gardameer, en eindigt na 200 km. verder in het iconische Aprica. De koers passeert op de Goletto di Cadino, vervolgens de Mortirolo, de Teglio en Santa Cristina.

 

De vijfde bergetappe’s anderendaags moet amper onderdoen. Het begint de dag de beklimming van de Passo del Tonale waarna een langdurige afdaling in de aanloop naar een schrikbarende tweede helft met de beklimmingen van de Passo del Vetriolo en Menador, gevolgd door een cooldown naar Lavarone, acht km. daarvandaan.
Last but not least is er op de voorlaatste dag de ultieme bergetappe tussen Belluno en Marmolada alover de hoogste Dolomieten met drie ultrahoge kanjers: de Passo San Pellegrino (met passages van meer dan 15%), de Passo Pordoi (de "Cima Coppi", 2.239 meter boven de zeespiegel) en de ginish op Marmolada na 14 km klimmen aan gemiddeld van 7,6%, waarvan de laatste zes aan bijna 11%.

Dit levert een totaal op van zo’n 51.000 hoogtemeters. 

Men heeft het verder over vijf vlakke en zes heuvelachtige ritten op Italiaans grondgebied. De tijdrijders zijn op de openings- en de slotdag, globaal amper 26,3 km., hetzij 0,765% van de totaalafstand erg karig bedeeld.

 

Dat komt voor de 176 deelnemers (22 ploegen van 8 renners) neer op een kleine honderd uren op de bühne. Welke auteurs worden zo onderbetaald om dat te doen voor het voetlicht van diverse tv-stations (door Eurosport dag na dag integraal?).

 

De 105de Giro is, net als 109de Tour is veel te langdurig en te zwaar. Geen haan die ernaar kraait en zeker de palliatieve rennersvakbond CPA niet en zijn voorzitter Gianni Bugno die zich zeker in eigen land niet zal roeren.

De Giro 2022 is 3238 km. (correctie: 3410 km.) als gebruikelijk verdeeld 21 ritten die onderbroken worden door drie rustdagen.

Dat is ‘van het goede (?) teveel’, gelukkig zijn de renners baas in eigen peloton en zullen wel zo vermetel zijn om nu en dan een niet-aanvalspact in te luiden. Het wordt waarschijnlijk een aan- in plaats van meeslepende Giro. De klassementen zullen van meet af aan in eerste aanleg zijn en de sterkhouders zullen het af en toe laten lopen, met accidentele dagwinnaars voor gevolg zoals onder anderen Jonathan Klever Caicedo (in 2020) en Victor Lafay (in 2021), die er na hun exploot nog amper wat van bakten. Zelfs Tao Geoghegan Hart, de eindwinnaar van 2020, kun je bezwaarlijk een sieraad op de erelijst noemen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten