maandag 8 november 2021

David DESMECHT

ook van hem nog het laatste niet gezien

 

Indien ik voor één tiener de hand in het vuur had moeten steken dat hij contractrenner zou worden dan zou ik het voor David Desmecht geriskeerd hebben. Hij had (bijna) allemaal: het talent, the looks, the guts en daardoor misschien té Adonis voor het harde profcircuit.


Mijn stellingname was niet uit de lucht gegrepen. David was als tweedejaarsjunior één van ’s lands besten die dat vooral gehonoreerd zag met een WK-selectie in Offida (It.), waar hij in nadrukkelijke dienst koerste van titelverdediger Jasper Stuyven die daar derde werd. David had die selectie aan het begin van de zomervakantie afgedwongen. Hij won de Ardennenkoers in Harzé, waar hij onder meer Louis Meintjes afhield, de Zuid-Afrikaan die zowel in 2016 en 2017 achtste werd in de Tour. David vertrok bevoordevol vertrouwen naar de Ain-Bugey Valromey (Fr.) en haalde er de zesde eindtijd.  

Als Oost-Vlaams kampioen tijdrijden droeg hij zijn titel waardig uit op de nationale tijdritten en bovenal op het BK in Habay-la-Neuve, waar hij derde werd na Frederik Frison (-1’19”) en Mike De Bie (-34”). In de lente had hij ook de voornaamste etappe van de Ster der Vlaamse Ardennen gewonnen. 

Die fraaie lijn trok hij vanaf zijn tweede campagne bij de beloften door, deel uitmakend van het Lotto Development Team, waar het evenwel niet klikte met Kurt Van de Wouwer. Zelfs een schitterende derde plaats in het BK tijdrijden aan de wondermooie Lac de l’Eau d’Heure, waar hij op het podium glunderde naast Yves Lampaert (-40”) en Frederik Frison (-3”), bracht daar geen verandering in. David reageerde met een dag- en dé eindzege in aansluitende Vuelta a Palencia (Sp.).

Hij kwam beter terecht bij EFC en realiseerde twee topseizoenen, bekroond met een tweede Oost-Vlaamse titel en een dagzege in de Tour de Namur, omkranst door een sliert (dichte) ereplaatsen, waarbij vooral de dichtste in de Tour de Pays de Roannais (Fr.) op een geheel van 120 (!) koersdagen.

Zijn ultieme campagne bij de beloften lag, ondanks klierkoorts, in de lijn van de twee vorige. Hij stond er opnieuw het hele seizoen na een vroege openingszege in Villers-le-Temple. Eind juli had al ruim dertig top tienen ingeschreven, waarna zijn groot ongemak opspeelde, maar wat er hem niet belette om in de herfst zijn mooiste zege te behalen in de Heuvelland Classic.

Toch belandde David als 22-plusser niet bij de eliten met maar bij die zonder contract maar werd er géén adept van het regionale circuit.

Het is een cliché maar eigenlijk was hij té regelmatig om ook nog briljant te zijn en vaker te winnen dan veertien keer van 2015 tot en met 2021. Overwinningen behaalde hij uitsluitend tijdens de onpare jaren: 6 in 2015, 2 in 2017, 4 in 2019 en 2 in 2021. Vooral 2015, 2019 en bovenal 2021 waren grand cru - jaren waarmee hij in de betrouwbare ranking van firstcycling.com uitkwam op de 7de, 4de respectievelijk 3de plaats. Ook de andere seizoenen waren niet min. Dat kan hij nog een tijdje volhouden want in 2022 is hij pas aan zijn ultieme campagne als twintiger toe.

2022 wordt dus nog lang niet het begin van uitbollen, anders betrap je hem op trainen tijdens de vroege voormiddag van zondag 7 november. Hij loopt er nog altijd messcherp bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten