zondag 28 november 2021

De groene trui is een hebbeding maar géén absolute méérwaarde voor 

Wout VAN AERT


Wout Van Aert begint in 2022 aan zijn achtste volle campagne in de beroepscategorie. In 2014 was hij nog de overgetalenteerde jonge veldrijder die in de aanloop naar de volgende winter zijn conditie kwam opvijzelen in de wegkoersen. Het was een fait divers tot hij out of the blue twee dagzeges annex eindoverwinning behaalde in de Tour de Liège. 


WOUT tijdens de Internationale Wielertrofee in Oetingen 2013 toen hij 
de wegcompetitie almaar meer met het veldrijden begon te combineren.

 

L’embarras du choix had zich ingezet, al werd die overruled door een loepzuivere hattrick (vanaf 2016) aan wereldtitels in het veldrijden.

Het duurde nog tot mei 2016 eer Wout zijn eerste uci-zege behaalde op de weg, de proloog der Ronde van België, waarin hij zowaar het haalde van Tony Martin, de bijna viervoudige wereldkampioen in die discipline. 

Toch was het pas vanaf 2018 dat de ware wegrenner in Wout traag maar gestaag opstond met als intro een verbazende derde plaats in de Strade Bianche, die hij het jaar daarop herhaalde en wat een almaar beter voorjaar inleidde. De absolute doorstart kwam er vanaf 2019 in de Tour, waarin hij verbaasde met een dagzege (in Albi) die hij vier dagen later wilde overdoen in de zware tijdrit in Pau, waar hij evenwel door een carrièrebedreigende val gestopt werd. Alles kwam goed en Wout had het van de Tour helemaal te pakken, hij werd er een absolute smaakmaker en eyecatcher van met vijf dagzeges en met, zonder zich daar initieel op te richten, tweemaal top 20 in het tijdklassement en telkens vijfde in de puntenstand. 

Voortschrijdend inzicht heeft hem inmiddels doen besluiten dat een spraakmakend tijdklassement te hoog gegrepen zou zijn en in eigen team heeft hij bovendien iemand die dat in zijn plaats zoveel beter kan, Primož Roglič. Wout wil kennelijk niet rusten eer hij zijn Sloveense kompaan op het hoogste schavotje van de Champs Elysées heeft afgezet. In zijn ideale beeld ziet hijzelf dààr naast hem staan in het groen. Een beetje jammer want een top tien en misschien zelfs een top vijf (zoals Sean Kelly, vierde in 1985) was / is niet helemaal uitgesloten maar hij kiest niet onbegrijpelijk voor de zekerheid van het groen boven het avontuur van het geel. 

Ik mag niet overdrijven maar mij lijkt de groene trui een fluitje van een cent voor een allrounder als Wout Van Aert en dus eerder een hebbeding dan een absolute meerwaarde. Behalve aan de finish en in de tussensprints kan hij ook punten sprokkelen in de tijdritten én op de hoogtemeters.

Het zou de 20ste keer zijn dat een Vlaming de Tour wint op punten en daarvan Wout Van Aert de 15de verschillende zijn.  

Stan Ockers (1955 en 1956, beide volgens een optelling van ... plaatsen!), Rik Van Looy (1963), Willy Planckaert (1966 en de benjamin uit dit rijtje); Eddy Merckx (1969, 1970 en 1972), Walter Godefroot (1970), Herman Vanspringel (1973), Patrick Sercu (1974), Rik Van Linden (1975), Freddy Maertens (1976, 1978 en 1981), Rudy Pevenage (1980), Frank Hoste (1984), Eric Vanderaerden (1986), Eddy Planckaert (1988) en Tom Boonen (2007) deden het hem voor. Van voornoemden waren enkel Stan, Rik en Herman even allround als Wout.  

In een gecombineerd klassement, dat misschien de toekomst is om het verloop van de grote ronden nieuw leven in te blazen, zou Wout Van Aert altijd helemaal voorinstaan.

Het impact van enkele zware bergritten moet gereduceerd worden, anders zal de eindwinnaar van de Giro, de Tour en de Vuelta telkens opnieuw bij voorbaat gekend zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten