maandag 29 november 2021

Herman VANSPRINGEL

een atypische veroveraar van de

 groene trui

 

 

Herman Vanspringel (in één woord aub), tweede in de Tour van 1968 en in de Giro van 1971 alsook derde in de Vuelta van 1970, had zijn initiële ambities als klassementsrenner teruggeschroefd en moest hij, naast de moeilijke jacht op dagzeges, nog iets anders verzinnen om spraakmakend te zijn in de Tour. Het viel hem te beurt in 1973.

Hij rolde er als het ware in. Daags na zijn vierde plaats in de proloog van Scheveningen liet hij zich ’s anderendaags in de namiddagrit in Sint-Niklaas verrassen door José Catieau (Fr.) maar hij kwam er wel in het bezit van de gele en de groene trui. De gele trui, waarmee hij Vlaanderen doorkruiste richting Roubaix, moest hij daags nadien in Reims aan Catieau afstaan maar de groene bleef tot en met de slotdag in Versailles onverkort in zijn bezit. De tussensprinten waren van geen tel en in de tijdritten en op de cols haalde hij puntenvoordeel op Jacques Esclassan, Walter Godefroot, Barry Hoban, … de schaarse vluggerds die aan de 60ste Tour deelnamen. In zijn jacht op de punten maakte hij geregeld deel uit van de uitgedunde favorietengroep en dat leverde in 17 van de 25 daguitslagen een top 10 plaats op, en dat als niet-sprinter maar als degelijke finisher. Dat bracht ook met zich dat ook zijn malus in tijd beperkt bleef zodat hij, net als in 1966, uitkwam op de zesde plaats in het tijdsklassement. Hij moest wel zo handelen want ook Joop Zoetemelk, de betere klimmer, sprokkelde ook veel punten en totaliseerde tenslotte slechts 19 eenheden minder.


Het is voor mij telkens opnieuw een grote eer en een bijzonder genoegen
om de immer levensblije Herman Vanspringel te mogen ontmoeten.

Herman Vanspringel heeft zijn affiniteit met het wielrennen behouden en die welwillendheid leverde hem de Herman Vanspringels Diamond, een topkoers voor nieuwelingen, op. De erelijst biedt een pleiade van ronkende namen waarvan er enkele nog geregeld van zich lieten horen zoals Jurgen Van den Broeck (1999), Jurgen Roelandts (2001), Nikolas Maes (2002), Guillaume Van Keirsbulck (2007), Dylan van Baarle (2008), Jonas Rickaert (2010) en Robbe Ghys (2013). Ook de respectieve tweedes in de uitslag onderstrepen het gehalte van deze hooggewaardeerde vluchtkoers: Wim Omloop (1988), Tom Boonen (1996), Jelle Vanendert (2004), Jasper Stuyven (2008 na derde in 2007) en Tuur Dens (2016).

Arnaud De Lie in 2018, Jelle Harteel in 2019 en Steffen De Schuyteneer in 2021 staan pas aan het begin maar ook zij hebben aanzienlijke kansen om de komende jaren spraakmakend te zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten