Paris-Nice 1967, de putsch
van de oude(re) generatie
SIMPSON de mol, MERCKX de dupe
Eén jaar nadat hij een knap debuut had gemaakt met de vierde eindplaats na Jacques Anquetil, Raymond Poulidor en Vittorio Adorni was de nog maar 21-jarige Eddy Merckx tuk op de eindzege in Paris-Nice 1967. Hij deed er ook alles aan om in zijn opzet te slagen. Na een ruime (1’11”) voorsprongzege op de tweede dag leek hij gewonnen spel te hebben. Dat was evenwel zonder de oude kapers op de kust gerekend. Die flansten in de vierde rit van Saint-Etienne naar Bollène een complot in mekaar. Ze reden tot twintig minuten weg van de hoofdgroep, waarin Merckx gevangen zat. Rik Van Looy was er de aanstoker van. Ook onder anderen Lucien Aimar, Jaak De Boever, Gilbert Desmet, Tom Simpsonen Rolf Wolfshohl waren aan boord van de échappée-bidon. De Brit, die net als Merckx voor Peugeot uitkwam, werd zogezegd als waakhond meegestuurd maar was eigenlijk de mol die eindwinnaar zou worden. Daarvoor moest Tom eerst nog afrekenen met Rolf Wolfshohl. Dat kreeg hij voor mekaar met de hulp van ... Merckx. De frères-ennemi maakten er richting Hyères een koppeltijdrit van die Eddy de dag- en Tom de eindzege opleverde.
Voor Peugeot, dat ‘de koers naar de zon’ nog niet had gewonnen, werd het een publicitaire voltreffer. Met Eddy Merckx kwam het evenwel niet meer goed. Faema was er als de kippen bij om de Brusselse allrounder tegen fel verbeterde voorwaarden in te lijven en door sterke kompanen te laten omringen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten