donderdag 13 januari 2022

Met de dubbel Vlaanderen-Roubaix als hoofddoel

 

 Wout VAN AERT deelt zijn lente zorgvuldig in   

 

Wout Van Aert heeft zijn voorjaarsmenu samengesteld. Van een voorgerecht, een sorbet of een nagerecht is er geen sprake, het zijn allemaal volwaardige gangen die hij binnen een tijdsbestek van 50 dagen zal verorberen. Vijftien daarvan zijn competitief: de Omloop (26 februari), Paris-Nice (6-13 maart), Milano-Sanremo (19 maart), de E3 Harelbeke (25 maart), Gent-Wevelgem (27 maart), de Ronde van Vlaanderen (3 april), de Amstel Gold Race (10 april) en Paris-Roubaix (17 april).

Drie daarvan (Sanremo, Wevelgem en de Amstel) heeft hij inmiddels gewonnen en bijna ook de E3 Harelbeke (in 2019 tweede na Zdeněk Štybar) en op een banddikte van Mathieu van der Poel de Ronde van 2020.

Die laatste wil hij daar met spoed aan toevoegen, liefst in combinatie met Paris-Roubaix naar het illustere voorbeeld van Heiri Suter (1923) Romain Gijssels (1932), Gaston Rebry (1934), Raymond Impanis (1954), Fred De Bruyne (1957), Rik Van Looy (1962), Roger De Vlaeminck (1977), Peter Van Petegem (2003), Tom Boonen (2005 en 2012) en Fabian Cancellara (2010 & 2013). Dat zou wat geven toch?!

Om dat hoogstandje te realiseren is hij oneindig beter omringd dan de vorige keren want Tiesj Benoot, Christophe Laporte en Tosh Van der Sande zijn erbij gekomen en wie weet of Nathan Van Hooydonck zijn immens verdriet om zijn doodgeboren zoontje Thiago in adrenaline omzet om mee het zegepad van Wout te effenen zoals hij outstanding deed in Wevelgem 2021.

Het is evenwel de vorm en de omstandigheden van de dag die veelbepalend zijn en dat mocht Wout in de herfst van 2021 ondervinden in het WK en in de verlate Paris-Roubaix. 

De Amstel geraakte er enkel tussen omdat die, wegens de Franse verkiezingen, van zondag wisselde met Paris-Roubaix.

Er tijdens de aansluitende week La Flèche Wallonne en Liège-Bastogne-Liège aan toevoegen lijkt evident maar is niet meer van deze tijd zoals wel decennia geleden toen de beste coureurs (Rik Van Looy in de jaren 60, Eddy Merckx in de jaren 70, Sean Kelly in de jaren 80) vrijwel het hele pakket voorjaarskoersen afwerkten. Dat was andere tijden wielrennen, dat niet meer zullen herhalen.

Het is vooral jammer dat Wout andermaal verzaakt aan Liège-Bastogne-Liège, de klassieker die hij in bloedvorm gemakkelijker naar zijn pedalen zou kunnen zetten dan de drie andere monumenten en waarin hij bovendien op de hand- en spandiensten van Primož Roglič zou kunnen rekenen.

De zomer is andermaal exclusief gericht op de Tour waarin het voor de intussen 32-jarige Primož Roglič derde keer goede keer moet zijn voor wat betreft het veroveren én vooral het vasthouden van le maillot jaune met eventueel daarbovenop le maillot vert voor Wout, waarvan ik blijf vinden dat het voor hem eerder een hebbeding dan een absolute meerwaarde zou zijn,  zeker indien het ten koste zou gaan van een sprankelend triumviraat in 2021 bergrit/tijdrit/sprint.

Tijdens de herfst herhaalt zich het keuzeprobleem van de lente: zal Wout zich na de wereldkampioenschappen in het Australische Wollongong (de vlakke tijdrit op 18 en de middelzware wegrit op 25 september) nog kunnen opladen voor de Giro di Lombardia op zaterdag 8 oktober, de Italiaanse versie van Liège-Bastogne-Liège waarin hij evenzeer op de hand- en spandiensten van Primož Roglič zou kunnen rekenen. Met het winnen van La Doyenne en Il Lombardia zou Wout zelfs Philippe Gilbert naar de kroon kunnen steken inzake veelzijdigheid in de monumentale klassiekers door aan te sluiten bij de tyconen Rik Van Looy, Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck die ze alle vijf wonnen. 

In een vorig tijdvak zou Wout Van Aert sterker op Sean Kelly hebben geleken dan nu maar dan had hij beduidend meer koersdagen moeten slijten voor veel minder geld. De keuze zal dan wel gauw gemaakt zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten