maandag 31 januari 2022

Behalve in Gent-Wevelgem … 

 

Frans AERENHOUTS 

kon beduidend méér 

dan hij waarmaakte

 

Elf dagen na de bijna 91-jarige Jan Zagers is ons ook de 84-jarige Frans Aerenhouts ontvallen, weer een vertrouwde Antwerpse naam uit mijn beginjaren van de koers. Frans was een notoire Wilrijkenaar die al jaren in Kontich woonde en daar ook overleed.

Als eenvoudige Antwerpse volksjongen werd hij in 1958 al op zijn 20ste gesolliciteerd door het grote Mercier van Antonin Magne, bij wie hij gedijde en aardig verloond werd. Hij zou er na een onderbreking in 1963 (toen hij voor het GBC-Libertas van Rik Van Looy koos) acht van zijn tien profjaren overwegend als modelhelper doorbrengen en er van een Vlaamse enclave deel uitmaken. Hij kreeg er te maken met het Franse puikje en inzonderheid (vanaf 1960) met Raymond Poulidor, met wie het klikte. Toch bleef er ruimte voor eigen kansen, vooral in Gent-Wevelgem die hij zowel in 1960 als in 1961 als de vlugste van een uitgebreide favorietengroep won. Daar zou nog slechts één internationale overwinning bij komen: een dagzege in de Vuelta van 1963 in Barcelona nog wel. Hij werd dat jaar 12de in het eindklassement.

 

Je kon Frans bezwaarlijk een klassementsrenner noemen en toch werd hij bij zijn debuut in de Tour in 1961 ondanks hand- en spandiensten aan Poupou toch 17de en vijfde in de puntenstand nadat hij in de daguitslagen negen keer in de top tien opdook en in Charleroi bijna de rit won maar op een even sluwe als sublieme Emile Daems stuitte. 

Behalve Gent-Wevelgem paste ook Paris-Roubaix, waarin hij vier keer tussen de 6de en de 11de plaats eindigde, uitstekend in zijn kraam. In La Flèche Wallonne eindigde hij in zijn bestjaar 1961 nog dichter. Hij maakte er deel uit van een kopgroep van twaalf waarin ook Jacques Anquetil en Rolf Wolfshohl maar moest op het podium wijken voor de bolides Willy Vannitsen en Jean Graczyk.

Frans werd tweemaal geselecteerd voor het WK. In Reims 1958 dankte hij dat aan zijn derde plaats (na Rik Van Looy en Jef Planckaert) verraste hij op zijn 21ste als eerste Belg met een 8ste plaats. Twee jaar was hij er ook in Leipzig 1960, hij stond (zelf 18de) in  het winnende Van Looy - kamp.

 

Antonin Magne, zijn illustere ploegleider bij Mercier, had het voor de rijzige Antwerpenaar, anders had hij hem, nadat hij naar Rik Van Looy was overgelopen, vanaf 1964 voor nog eens drie seizoenen niet teruggenomen. Toch evalueerde hij streng: Frans had de benen van een kampioen maar het karakter van een klein meisje.

Ik ben sterk geneigd om Antonin te geloven wanneer ik Frans’ onvoltooide symfonieënbezie. Frans replikeerde daarop dat het hem niet altijd meezat maar bij andere renners, die het met minder talenten verder schopten, al evenmin. Indien Frans een bon vivantgenoemd werd dan reageerde hij daarop met een schalkse glimlach.

 

Frans Aerenhouts was de schoonzoon van Ward Vissers (een Touruitblinker uit de late jaren 30 van vorige eeuw) en een warme welbespraakte man die je op de koersen graag ontmoette.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten