zondag 9 januari 2022

Milan DE CEUSTER

traag en gestaag duurt ook het langst

 

Eddy, de jongste van dynastie - De Bie, zal bij leven en welzijn niet weg te branden zijn uit het wielrennen en daar ben ik heel blij om. 

Zelf was Eddy een veelbelovend coureur, in het veld en vooral op de weg. In 1977 werd hij met 35 overwinningen de nationale zegekoning der nieuwelingen. Het jaar daarop werd hij als neo-junior tweede (na Daniël Rossel) in de Ronde van Vlaanderen. 

Toen hij in 1983 opeenvolgend Brussel-Zepperen, Troyes-Dijon en de Paasprijs van Affligem won, volstond dat om contractrenner te worden bij Dries-Verandalux dat er na 1984 al mee ophield waardoor Eddy in 1985 verkaste hij naar Dormilon (Sp.), waarvoor hij ei zo na (2de na Giuseppe Saronni) een dagzege behaalde in de Ruta del Sol en effectief in de Vuelta a Murcia. Daarna was het al voorbij en in 1989-1990 was hij, aan de zijde van zijn anderhalf jaar oudere broer Danny (de wereldkampioen veldrijden van Pontchateau 1989) aan uitbollen toe bij SEFB, waarvan onder anderen Johan Bruyneel deel uitmaakte.


Zijn zonen Mike en Sean crossten en koersten ook. Sean was duurzamer dan zijn papa maar zette er na het seizoen 2021 op zijn 30ste een punt achter (‘omdat de return niet meer in verhouding was tot wat hij ervoor deed). Bij dat gegeven leken ook Eddy’s acte de présences op de koers voorbij te zullen zijn. Niet dus want na zijn zonen laat hij zich nu graag in met hun halfbroer, Milan De Ceuster.




Milan werd in zijn allereerste koers in de lente van 2019 al na twee ronden uit de wielen werd gereden. Hij vermande zich en werd enkele dagen later vijfde in het kampioenschap van Antwerpen tijdrijden en geselecteerd voor het kampioenschap van België in Sint-Lievens-Houtem, waar hij niet onaardig veertiende werd. Het gaf hem een boost van jewelste. Anderhalve maand later behaalde hij in Redange (Lux.) al zijn eerste overwinning en half september een tweede, nog mooiere in Kumtich.

Als nieuweling ging hij op zijn elan door, al was het gebalde seizoen niet in het voordeel van het competitiebeest in Milan. Het was dan ook langdurig wachten op zijn overwinningen maar een dubbelslag tijdens het eerste weekeinde van oktober maakte veel goed. De zondag daarop werd hij elfde in het verlate BK in Affligem.

Als tweedejaarsnieuweling werd allicht (nog) meer van hem verwacht dan wat hij bracht. Na drie derde plaatsen op een rij behaalde hij zijn eerste overwinning, één die kon tellen want behaald op Vigo Van Neste, Victor Vaneeckhoutte, Henri Naessens en Viktor Vandenberghe, het West-Vlaamse puikje waartussen zich ook Aless De Bock wurmde.

West-Vlamingen de das omdoen, dat herhaalde hij de week daarop met Viggo Van Neste (opnieuw) en Milan Vandamme als geklopten. Tussendoor werd hij matig 12de in het BK tijdrijden, ook al in West-Vlaanderen (Koksijde). In september won hij tweemaal dichter bij huis in Molenbeek-Wersbeek (ten nadele van vice-zegekoning Niel Meulemans) en in Kontich. Die laatste was nog de mooiste van allemaal want hij hield er illustere medevluchters als Sente Sentjens, Jasper Schoofs en Gibbe Staes achter zich en met wie hij ruim twee minuten van de anderen was weggereden.

Hou er ook rekening mee Milan (°29 december) dé benjamin is van het bouwjaar 2005, wat op termijn almaar meer een voordeel kan zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten